Opdekken en indekken van een tafel

Opdekken & Indekken tafel

  • servetten 
  • peper-en-zoutstel (menage) 
  • twee poleerdoeken 
  • bak heet water
1 / 18
next
Slide 1: Slide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Opdekken & Indekken tafel

  • servetten 
  • peper-en-zoutstel (menage) 
  • twee poleerdoeken 
  • bak heet water

Slide 1 - Slide

Doel van de les
- verschil uitleggen tussen opdekken en indekken
- zelfstandig indekken van een standaard couvert

Slide 2 - Slide

Wat doe je het eerst
bij het tafeldekken
in een restaurant?
Bij het opdekken gebruik je een tafelbedekking, bijvoorbeeld een placemat of tafellaken, bloemen, een kaarsje en servetten 
A
Indekken
B
Opdekken
C
Bestek pakken
D
Glazen neerzetten

Slide 3 - Quiz

De tweede stap is
A
Opdekken
B
Placemat neerleggen
C
Bestek pouleren
D
Indekken

Slide 4 - Quiz


Wanneer ben je goed in tafeldekken?
A
Als je alles uit je hoofd weet
B
Als je je eigen werk checkt
C
Als je netjes werkt
D
Als je snel werkt

Slide 5 - Quiz

Opdracht
In de volgende slide's moet je goed kijken wat niet klopt bij de gedekte tafel van ons restaurant.
Succes!

Slide 6 - Slide


A
De placemat ligt niet goed
B
De dessertlepel moet onder de dessertvork
C
Ik weet het niet
D
De grote vork moet links van de kleine vork

Slide 7 - Quiz

Alles ligt gespiegeld 
Lepel hoort tussen de vork
Het glas hoort rechts te staan

Slide 8 - Drag question


A
Het glas staat niet goed
B
De greep van de dessertvork en lepel liggen naar de verkeerde kant
C
De placemat ligt te dicht op de rand van de tafel
D
Alles ligt goed

Slide 9 - Quiz

Wat klopt hier niet?
De grote vork hoort in de 'hals' van de kleine vork te liggen. De placemat ligt te dicht op de tafelrand.

Slide 10 - Mind map

De kleine vork moet rechts van de grote vork
De dessertlepel hoort onder de dessertvork
De snijkant van het grote mes ligt verkeerd

Slide 11 - Drag question

Wat klopt hier niet?
De snijkanten van de messen liggen de verkeerde kant op. De dessertvork hoort boven de dessertlepel te liggen.

Slide 12 - Mind map


A
Alles ligt goed
B
Het grote mes ligt schuin
C
De placemat ligt schuin
D
De grote vork hoort rechts van de lepel en de kleine links

Slide 13 - Quiz

Het glas hoort niet op de placemat
De dessertlepel hoort onder de dessertvork
Het bestek ligt gespiegeld

Slide 14 - Drag question

Wat is hier goed en wat niet?
Het glas staat goed. Het de placemat, servet en grote bestek ligt goed. Het zoutpotje verschilt van hoogte met het peperpotje. Het dessertbestek ligt niet goed. De lepel moet onder de vork.

Slide 15 - Mind map


A
De kleine vork hoort links van de grote vork
B
De grepen van het dessertbestek horen naar de andere kant te wijzen
C
De kleine vork hoort hoger dan de grote vork
D
De dessertlepel hoort onder de dessertvork

Slide 16 - Quiz

Het glas hoort links te staan
Het kleine mes hoort rechts van de lepel en de grote links
De dessertvork hoort boven de dessertlepel

Slide 17 - Drag question

Wat heb je geleerd over de juiste manier van indekken?

Slide 18 - Mind map