Les 4 betoog:middenstuk/inl

Wat doen we vandaag?
1. Lezen 
2. Eens of oneens
3. Starten met middenstuk (AUB)
4. Elkaars stukken checken
5. Afsluiting: delen van argumenten





Wat leer/doe je deze les?
1. Aan het eind van de les heb je twee argumenten uitgewerkt aan de hand van het ezelsbruggetje AUB.
2. Aan het eind van de les heb je feedback op je uitgewerkte argumenten. 
timer
1:00
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
1. Lezen 
2. Eens of oneens
3. Starten met middenstuk (AUB)
4. Elkaars stukken checken
5. Afsluiting: delen van argumenten





Wat leer/doe je deze les?
1. Aan het eind van de les heb je twee argumenten uitgewerkt aan de hand van het ezelsbruggetje AUB.
2. Aan het eind van de les heb je feedback op je uitgewerkte argumenten. 
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Betoog 
Eindproduct: Deze periode maak je een schriftelijk betoog en dit presenteer je uiteindelijk voor je klasgenoten. 

- Inzet in de lessen
- Schriftelijk toetsmoment: eind februari
- Presentaties in de klas en feedback geven: maart


Voor het schriftelijk betoog en de presentatie
krijg je één cijfer dat 2x meetelt. 


Slide 2 - Slide

Eens of oneens?
1. Bij een schoolfeest mag je iemand van buitenaf meenemen.



2. Schoolfeest moet gratis zijn. 



Slide 3 - Slide

Vandaag
1. Starten met middenstuk! 

2. Filmpje over AUB

3. Twee argumenten uitwerken met AUB

4. Feedback geven

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Werkblad
1. Vul het werkblad in: dus werk je twee 
argumenten uit. 


2. Na ongeveer 15 minuten geef je elkaar feedback met behulp van het werkblad! 
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Eens of oneens?
1. Het is beter als er in januari geen alcohol wordt verkocht.
2. Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.
3. Jongens moeten de eerste stap zetten als ze een date willen met een meisje.
4. Als een leerling gepest wordt moeten direct de ouders op school komen voor een gesprek.
5. Mensen met een slechte gezondheid moeten korting krijgen om te kunnen sporten.

Slide 8 - Slide

Scholen moeten latere begintijden hanteren
Als scholen latere begintijden hanteren kunnen leerlingen langer in bed liggen en zijn ze meer uitgerust. Ze kunnen dan langer slapen en hoeven later op school te zijn. 


Slide 9 - Slide

Scholen moeten latere begintijden hanteren
Mijn eerste argument gaat over de biologische klok van jongeren. Deze werkt namelijk  anders in de puberteit: het slaapritme verschuift met een paar uur. Dit betekent dat jongeren 's avonds minder moe zijn en laat gaan slapen en dus ook later wakker worden. Toch verwacht school dat ze vroeg in de klas zitten om te werken. Zo bouwen ze dus een slaaptekort op. Zo zie je bijvoorbeeld dat leerlingen tijdens het eerste uur weinig motivatie hebben, omdat ze nog half slapen. Laat staan als ze dan een toets moeten maken. 

Slide 10 - Slide

Scholen moeten latere begintijden hanteren
Mijn eerste argument gaat over de biologische klok van jongeren. Deze werkt namelijk  anders in de puberteit: het slaapritme verschuift met een paar uur. Dit betekent dat jongeren 's avonds minder moe zijn en laat gaan slapen en dus ook later wakker worden. Toch verwacht school dat ze vroeg in de klas zitten om te werken. Zo bouwen ze dus een slaaptekort op. Zo zie je bijvoorbeeld dat leerlingen tijdens het eerste uur weinig motivatie hebben, omdat ze nog half slapen. Laat staan als ze dan een toets moeten maken. 

Slide 11 - Slide

Kiezen
1. Je kiest één van de voorgaande stellingen die je iets verder uitwerkt (of een andere stelling).
2. Je schrijft één alinea met één argument voor de stelling.

Argumenten uitwerken volgens AUB
Een argument goed uitleggen doe je door het nemen van drie stappen:
1. Eerst zeg je wat het argument (A) is
2. Dan leg je het argument uit (U)
3. Tot slot geef je een voorbeeld: "Dit zien we bijvoorbeeld (B) bij..."

Slide 12 - Slide

Huiswerk
De volgende les neem je een stelling mee die je wilt gebruiken voor je betoog!

Moeite mee? Kijk op schooldebatteren.nl/stellingen

Slide 13 - Slide

Betoog stappenplan
1. Voorbereiding: onderwerp kiezen + standpunt innemen
2. Argumenten bedenken (2/3 voor, 1 tegen + weerlegging) + onderzoek doen (bronnen)+ bouwplan maken.
3. Schrijven van je betoog: inleiding, middenstuk, slot
4. Pakkende titel toevoegen

Hierna pas voorbereiden op de presentatie.


Slide 14 - Slide

Waaraan moet een stelling aan voldoen?
Kies: werk alleen of in tweetal

1. Ga naar deze site en klik op: 'download criteria'.
2. Zoek op aan welke 7 criteria een goede stelling moet voldoen. 
3. Noteer alle 7 criteria in je schrift.


Slide 15 - Slide

Test stellingen: goed of fout?
Test stellingen: goed of fout?




Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maak de brainstormopdracht.

Klaar? Top! 
Werk je betoog verder uit.



Slide 17 - Slide

Mogelijke stellingen
1. Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden. 
2. Alcoholproducten moeten twee keer zo duur worden.
3. Bijles moet worden afgeschaft.
4. Duurzaamheid en klimaat moet een verplicht vak op school worden.
5. Filmpjes op social media waarin gerookt of gevapet wordt, moeten direct offline gehaald worden.
6. Alleen mensen met een IQ hoger dan 70 mogen stemmen.
7. Alleen landen die vrouwenrechten respecteren hebben recht op ontwikkelingshulp.
8. Energiedrankjes moeten verboden worden.
9. De overheid moet een limiet stellen aan de schermtijd van jongeren.
10. Een uur per dag bewegen moet op iedere school verplicht in het lesprogramma zitten.

Tip voor stellingen: www.schooldebatteren.nl

Slide 18 - Slide

Aan de slag
1. Werk nakijken: huiswerk vorige week + opdr. 2 strafschoppen 

2. Maken: opdracht 1 blz. 168/169


Huiswerk: dinsdag 21 maart oefentoets hoofdstuk 5 maken uit je boekje!




timer
1:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Weerlegging van een argument
Mogelijke argumenten tegen je standpunt benoemen en laten zien dat ze niet kloppen (weerlegging). 

Je ontkracht een argument of tegenargument. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Programma komende periode
Formuleren: hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 6, --> toets 
Schrijven: schrijfdossier maken, 4 opdrachten maken en inleveren via Teams--> o/v/g

Je kan:
1. Zinnen correct begrenzen en verbindingswoorden gebruiken.
2. Informatie over het woordgeslacht gebruiken om de verwijswoorden deze, die, dit, dat correct gebruiken.
3. Signaalwoorden gebruiken om verbanden tussen zinnen aan te geven.
4. Verwijswoorden correct gebruiken.
6. Regels voor de verwijswoorden hen/hun, dat/wat en waarmee/met wie correct gebruiken.

Slide 24 - Slide

Aan de slag/huiswerk
In plenda noteren DONDERDAG 2 februari
                                       Opdr. 1, 2, 4 blz. 123

Geschatte tijd: 15 minuten.


Klaar? Top! Zelf nakijken en daarna bezig met je dossier of lezen.

Slide 25 - Slide

Schrijfdossier
Je werkt aan je opdrachten in het schrijfdossier.

Aan het eind van deze les:
Opdracht 1, 2, 3 zijn af!

Let op: Volgende week 8 februari lever je je dossier in.


timer
25:00

Slide 26 - Slide

Opdracht 1 en 2 van blz. 92/93

Klaar? Top!! Zelf (kritisch) nakijken op blz.

Alweer klaar? Lekker bezig! Kies:
- Lezen in je leesboek
- Werken aan je schrijfdossier (opdracht 1, 2 moeten af zijn volgende week!)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Verwijzen naar de- en het- woorden
Bekijk dit filmpje over hoe je verwijst naar de- en het- woorden.

Slide 29 - Slide

Formuleren hoofdstuk 1 (blz. 32/33)
Bekijk dit filmpje over zinnen correct begrenzen.

Theorie H.2 
?
Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Slide 30 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 1 van blz. 62 in je schrift. 
Voorbeelden:
1. Het bataljon  -> Onzijdig
2. De dienst -> Mannelijk

Slide 31 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 2 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. De aanvoerder, die de zilveren bokaal omhooghield, kwam het podium op.

Uitleg: aanvoerder is een de-woord, dus verwijzen met die of deze.

Slide 32 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 3 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. De gemeente legt hier een nieuw fietspad aan, dat de veiligheid moet vergroten.

Uitleg: fietspad is een het-woord, dus verwijzen met dit of dat.

Slide 33 - Slide

Mediatheek?
Wil je tijdens deze lockdown boeken lenen?
-> Mail dan naar: mediatheek@cvo-nf.nl wat je nodig hebt. De boeken/materialen worden voor je klaargelegd en kun je de volgende dag ophalen tussen 9.00-10.00 uur op Groot Mariënburg!

-> De catalogus kun je bekijken via de Aura app OF www.csg-comenius.nl => inloggen leerlingen (links onderaan pagina) => klik op “Catalogus mediatheek”.
Maak nu opdracht 4 van blz. 63 in je schrift. 
Voorbeeld: 
1. Het meisje dat daar loopt vind ik echt heel leuk. 
(dat verwijst naar meisje en meisje is een het-woord.)

2. Doe dit alleen bij je eigen zinnen. 

Slide 34 - Slide

Controleren
Kun jij nu:

- zinnen correct begrenzen met de juiste leestekens?
- zinnen correct begrenzen met behulp van verbindingswoorden?
- de verwijswoorden deze, die, dit en dat correct gebruiken?

Kijk je werk na. De antwoorden vind je in Teams onder bestanden->formuleren-> antwoorden. 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide