BS5: Dihybride kruisingen (VWO)

Goedemorgen!
This is the place to   Bio
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
This is the place to   Bio

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

breed vrouw: smal vrouw: breed man: smal man
2:0:1:1

Slide 4 - Slide

H3: 
Genetica
BS 5: 
Dihybride kruisingen

VWO Stof

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt kruisingsschema's maken voor dihybride kruisingen met onafhankelijke overerving.
  2. Uit deze kruisingen kun je de frequentie van genotypen en fenotypen van de nakomelingen afleiden.

Slide 6 - Slide

dihybride kruisingen

Slide 7 - Slide

Dihybride  kruising
overerving van twee
eigenschappen
  • op 1 chromosoom = gekoppeld
  • op verschillende chromosomen = niet gekoppeld = onafhankelijke

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Dihybride kruising
Bij een dihybride kruising kijken we naar twee eigenschappen die overerven.

Bijvoorbeeid bij Mendels erwten:
Geel (A) is dominant over groen (a) en een gladde huid (B) is dominant over een gekreukte huid (b)

Slide 10 - Slide

Geslachtscellen bij dihybride kruisingen
Een individu met het genotype AaBb heeft 4 mogelijke geslachtscellen:
  1. AB;
  2. aB;
  3. Ab; 
  4. ab

Slide 11 - Slide

Dihybride kruisingen
Zwarte effen koe x roodbonte stier

Slide 12 - Slide

Opstellen van een dihybride kruising
A = zwarte haarkleur
a = rode haarkleur
B = effen vacht
b = gevlekte vacht

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Kansberekenen in een dihybride kruising
AaBb x AaBb
A = zwart, a = rood
 B = effen, b = gevlekt

Kans op AABB?
  • Kans op AA = 1/4 (25%)
  • Kans op BB = 1/4 (25%)
  • Dus kans op AABB = 1/4 x 1/4 = 1/16 (6,25%)

Slide 15 - Slide

Kansberekenen in een dihybride kruising
AaBb x AaBb
A = zwart, a = rood
 B = effen, b = gevlekt

Kans op Aabb?
  • Kans op Aa = 1/2 (25%)
  • Kans op bb = 1/4 (25%)
  • Dus kans op AAbb = 1/2 x 1/4 = 1/8 (12,5%)

Slide 16 - Slide

Kansberekenen in een dihybride kruising
AaBb x AaBb
A = zwart, a = rood
 B = effen, b = gevlekt

Kans op zwart effen?
  • Kans op zwart = 3/4 (75%)
  • Kans effen = 3/4 (75%)
  • Dus kans op zwart effen = 3/4 x 3/4 = 9/16 (56,25%)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Genotypen van ouders bepalen in een dihybride kruising
A = zwarte vacht
a = bruine vacht

B = normale oren
b = hangoren

Wat zijn de genotypen van de ouders?

Slide 19 - Slide

Genotypen ouders bepalen in een dihybride kruising
  • AA x AA = 100% dominant fenotype (AA)
  • aa x aa = 100% recessief fenotype (aa)
  • AA x aa = 100% dominant fenotype (Aa)
  • Aa x aa = 50% dominant (Aa) en 50% recessief fenotype (aa)
  • Aa x Aa = 75% dominant (AA en Aa) en 25% recessief fenotype (aa) 

Slide 20 - Slide

Genotypen van ouders bepalen in een dihybride kruising
A = zwarte vacht
a = bruine vacht

B = normale oren
b = hangoren

Wat zijn de genotypen van de ouders?
  • 10 zwart en 11 bruin = 1:1 = Aa x aa
  • 16 recht en 5 hangoor = 3:1 = Bb x Bb
  • Conclusie: AaBb x aaBb (zwart en recht x bruin en recht)

Slide 21 - Slide

gekoppelde dihybride
noteer als breuk
-> boven = 1 chromosoom
-> onder = 1 chromosoom  

Slide 22 - Slide

gekoppelde dihybride 
tabel verder 
hetzelfde 
als monohybride
overervingen

Slide 23 - Slide

Aan de slag
Lezen en maken 3.5

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Een plant heeft het genotype QqRr. De betrokken genen zijn niet gekoppeld.

Hoe groot is de kans dat een stuifmeelkorrel van deze plant tegelijkertijd het allel q en het allel R bevat?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 26 - Quiz

Bij de vorming van de haarkleur bij ratten zijn twee allelenparen betrokken, die onafhankelijk overerven. Wanneer van die allelenparen uitsluitend recessieve allelen voorkomen (ppqq), is de haarkleur wit. Wanneer van één van beide paren een dominant allel voorkomt, is de haarkleur geel. Wanneer van ieder allelenpaar tenminste één dominant allel voorkomt, is de haarkleur bruin. Een bruin en wit dier worden gekruist. Een van de nakomelingen is wit. Wat is het genotype van het bruine ouderdier?
A
ppQQ
B
PpQQ
C
PpQq
D
ppQq

Slide 27 - Quiz

Twee zwarte ruigharige cavia's paren verscheidene keren met elkaar. Onder hun nakomelingen bevinden zich een wit ruigharig dier en een wit gladharig dier.

Wat zal theoretisch de verhouding zijn tussen witte ruigharige en witte gladharige dieren van deze nakomelingenschap?
A
wit ruigharig : wit gladharig = 1 : 1
B
wit ruigharig : wit gladharig = 3 : 1
C
wit ruigharig : wit gladharig = 1 : 3
D
wit ruigharig : wit gladharig = 9 : 1

Slide 28 - Quiz