This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Planning komende lessen
Woensdag 8 januari - Uitleg BK + KGT perron 3
Vrijdag 10 januari - Uitleg KGT + zelfstandig werken BK perron 3
Maandag 13 januari - Oefenopdrachten KGT en BK perron 3
Woensdag 15 januari - Herhaling + vragenrondje
Vrijdag 17 januari - toets schrijven perron 3!
Slide 2 - Slide
Schrijven perron 3 KGT + BK
Uitleg woensdag 8 januari
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen?
14:15 tot 14:35 --> uitleg KGT: samenvatting maken
14:35 tot 15:00 --> maken opdracht 1 perron 3
14:15 tot 14:35 --> maken opdracht 1, 2, 4, 7, 8 perron 3
14:35 tot 14:50 --> uitleg BK: folder, plaatjes en schrijfplan
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Stappenplan samenvatting
1. Lees de tekst ---- begrijp ik de tekst? ---- moeilijke woorden opzoeken
2. Opnieuw lezen ---- kernzinnen bepalen ---- belangrijke info zoeken
3. IN EIGEN WOORDEN OPSCHRIJVEN, DUS NIET OVERSCHRIJVEN!
4. Controleren --- heb je alle belangrijke zinnen?
Slide 6 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 van perron 3 in je boekje schrijven.
Je gaat een samenvatting maken van de tekst.
Klaar? Laat hem lezen aan de docent.
Slide 7 - Slide
Folders
Folders geven informatie of willen je iets laten doen
Informeren en activeren
Waar kan een folder over gaan?
- Als je de folder ziet, moet je meteen weten waar het over gaat.
- Na het lezen van de folder moet je meer weten over het onderwerp.
- In de folder moeten adresgegevens staan.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Plaatjes
Plaatjes kunnen de volgende functies hebben:
1. Plaatjes (foto’s of tekeningen) trekken de aandacht. De kans is dan groter dat mensen de tekst gaan lezen.
2. Plaatjes kunnen ook de tekst duidelijker maken. Een stukje van een plattegrond maakt een routebeschrijving vaak duidelijker.
3. Soms vervangt een plaatje een deel van de tekst.
Slide 10 - Slide
Schrijfplan maken
Als je ergens over gaat schrijven ga je eerst informatie ophalen.
In je boekje staat een schrijfplan. Kijk mee in je boekje!
Slide 11 - Slide
Zoeken op Internet
- Snel informatie vinden
- Zoekmachine gebruiken (zoals: google)
- Trefwoorden gebruiken (korte woorden voor jouw vraag)
Ik wil graag naar de Efteling maar ik wil weten wanneer het park open gaat en wanneer het sluit. Welk(e) trefwoorden kan ik gebruiken?
Slide 12 - Slide
Vrijdag 10 januari
Schrijven perron 3 de uitleg
Slide 13 - Slide
Wat gaan we doen?
BK: jullie maken vandaag de opdrachten van de studiewijzer! Klaar? dan ga je alvast de theorie bestuderen, dit moet je kennen voor de toets van perron 3!
KGT: uitleg samengestelde zinnen en komma's!
Slide 14 - Slide
KGT: samengestelde zinnen
Twee korte zinnen kun je samenvoegen tot 1 zin.
Gebruik hiervoor een --> voegwoord.
Voegwoorden die wij gaan gebruiken:
en - of - maar - want - dus - omdat - toen
Slide 15 - Slide
Oefenen voegwoorden
Ik heb slaap. Ik ging veel te laat naar bed. --> 2 korte zinnen
Ik heb slaap, want ik ging veel te laat naar bed.
Ik heb slaap, omdat ik veel te laat naar bed ging.
Nu jullie --> Ik heb morgen een toets. Ik heb niet goed geleerd.
?????????
Slide 16 - Slide
LET OP!
VOOR voegwoorden krijg je meestal een komma!!!!!
Behalve bij het woordje: en
- Ik ga naar buiten,omdat het vandaag lekker warm is.
- Het is vandaag lekker warm en ik ga naar buiten.
Slide 17 - Slide
Komma's gebruiken in een zin
Wanneer gebruik je komma's:
- Als je een pauze hoort wanneer je een zin hardop voorleest.