THEO LES 8: Voedingsstoffen

Voedingsstoffen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les ken je de voedingsstoffen binnen de spijsvertering.

Slide 2 - Slide

Proteïnen
Lipiden
Sacchariden

Koolhydraten

Vetten

Eiwitten

Slide 3 - Drag question

Voedingsstoffen
  • Koolhydraten / Sacchariden
  • Vetten / Lipiden
  • Eiwitten / Proteïnen 

Slide 4 - Slide

Koolhydraten
  • Sacchariden = suikers

  • Opgebouwd uit glucose

  • Komen voor in plantaardig voedsel

  • Energieleverancier 

Slide 5 - Slide

Functies koolhydraten
  • Brandstof

  • Houdt de bloedsuikerspiegel op peil

  • Bevordert een gezonde darmperistaltiek

  • Reserve - energie in de vorm van glycogeen 

Slide 6 - Slide

Verteringsproces koolhydraten
  • Amylase = koolhydraatsplitsende enzymen

Plaats amylase:

  • Speeksel
  • Alvleessap
  • Darmsap 

Koolhydraatvertering begint in de mond (speeksel)
Eindproduct van de koolhydraatvertering is: Glucose

Slide 7 - Slide

Eindproduct verbranding glucose
MET zuurstof: Aëroob

  • Water (H2O)
  • Kooldioxide (CO2) 

ZONDER zuurstof: Anaëroob

  • Melkzuur


Slide 8 - Slide

Vetten / Lipiden
Vetten zijn opgebouwd uit:

  • Vetzuren
  • Glycerol (glycerine)

Het lichaam kan zelf GEEN vetzuren maken

Vetten zijn hydrofoob = waterafstotend

Slide 9 - Slide

Soorten vetten
Dierlijke vetten

  • Bevatten verzadigde vetzuren (o.a. cholesterol)

Plantaardige vetten

  • Bevatten overwegend onverzadigde vetzuren 

Enkelvoudig onverzadigd: oliezuur en oleïnezuur
Meervoudig onverzadigd: linolzuur en linoleenzuur

Slide 10 - Slide

Functies vetten
  • Verbranding -> Brandstof
  • Reserves
  • Isolatie
  • Oplosmiddel
  • Levering van essentiële vetzuren
  • Bouwstof
  • Bescherming rond organen
  • Smaakmakers 

Slide 11 - Slide

Vertering vetten
Vetten worden  afgebroken door lipase = vetsplitsende enzymen

Plaats lipase:

  • Darmsap
  • Alvleessap
  • Maagsap (hier niet werkzaam)

Vetvertering start in de dunne darm. 

Eindproducten van de vetvertering zijn:

  • Glycerol
  • Vetzuren

Slide 12 - Slide

Eindproducten vetverbranding
  • Water
  • Kooldioxide 

Slide 13 - Slide

Eiwitten / Proteïnen
Eiwitten zijn opgebouwd uit 5 verschillende elementen:

  • Koolstof
  • Waterstof
  • Zuurstof
  • Stikstof
  • Zwavel

Deze elementen vormen samen verbindingen die aminozuren worden genoemd. 
Wat zijn aminozuren? op de volgende dia een link naar een artikel over aminozuren.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Soorten eiwitten
Dierlijke eiwitten:

  • Vlees
  • Zuivel
  • Vis 
  • Ei

Plantaardige eiwitten:

  • Sojabonen
  • Peulvruchten
  • Noten
  • Groenten
  • Fruit

Slide 16 - Slide

Functies eiwitten
  • Bouwstof
  • Brandstof - Alleen bij te weinig koolhydraten en/ of vetten
  • Biokatalysator - Hormonen en enzymen 

Slide 17 - Slide

Eiwitvertering
Eiwitten worden afgebroken door protease en pepsine = eiwitsplitsende enzymen.

Plaats protease en pepsine:

  • Maagsap
  • Darmsap
  • Alvleessap

Eindproduct van de eiwitvertering: aminozuren

Slide 18 - Slide

Verbranding van eiwitten
Eindproducten van de eiwitverbranding:

  • Ureum
  • Urinezuur
  • Water

Ureum + urinezuur uit ammoniak (lever)

Slide 19 - Slide

Maar hoeveel calorieën leveren die koolhydraten, vetten en eiwitten nou?
Eén gram koolhydraat levert gemiddeld 4 kcal energie. Eén gram eiwit levert gemiddeld 4 kcal energie. Eén gram vet levert gemiddeld 9 kcal energie. Omdat vetten zwaarder wegen dan koolhydraten en eiwitten, heeft je lichaam hier over het algemeen minder van nodig

Slide 20 - Slide

Voor hoeveel procent bestaat ons lichaam uit water?

Slide 21 - Open question

Water
Ons lichaam bestaat voor  60 - 70% uit water

Plaats:

  • 40% intracellulair
  • 15% extracellulair
  • 5% in de bloedbaan

Water heeft geen voedingswaarde
(Opbouw, transportmiddel, oplosmiddel)

Slide 22 - Slide

Via welke organen kunnen wij water verliezen?

Slide 23 - Open question

Verlies van water via: 
  • De huid

  • De longen

  • De nieren

  • De darmen 

Drink minimaal 1,5 tot 2L per dag.

Slide 24 - Slide

Vitaminen
Vita = leven

vitaminen zijn Biokatalysatoren:
Stoffen die de levensprocessen gunstig beïnvloeden zonder zelf te veranderen.

Hulpstof

Slide 25 - Slide

Welke vitaminen kennen jullie?

Slide 26 - Mind map

Soorten vitaminen
In water oplosbaar:

  • B
  • C

In vet oplosbaar:
 
  • A
  • D
  • E
  • K

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Hyper - en hypovitaminose
Hypervitaminose:
  • Teveel aan vitamines

Hypovitaminose:
  • Tekort aan vitamines

Slide 29 - Slide

Vitamine A
Werking:

  • Anti-keratiniserend 
  • Reguleert en normaliseert de talgklier werking
  • Aanmaak schildklierhormoon

Provitamine A = caroteen/ bèta caroteen

Slide 30 - Slide

Vitamine B
Werking:

  • Belangrijk voor het zenuwstelstel
  • B12: aanmaak rode bloedcellen en zenuwcellen

Slide 31 - Slide

Vitamine C
Werking:

  • Antioxidant
  • Aanmaak collageen
  • Vorming van tussenstof
  • Bevordert wondgenezing
  • Stimuleert vorming van rode bloedcellen

Slide 32 - Slide

Vitamine D
Werking:

  • Opbouw botten
  • Vorming tanden en kiezen

Provitamine D = ergosterol en caroteen


Slide 33 - Slide

Vitamine E
Werking:

  • Antioxidant
  • Stimuleert doorbloeding van de huid
  • Beschermt bloedvaten

Slide 34 - Slide

Vitamine K
Werking:

  • Zorgt voor de bloedstolling
  • Zorgt er voor dat de lever protrombine kan vormen


Wat is protrombine?
Een eiwit die heel belanbgrijk is bij de bloedstolling. Bloedstolling is nodig om een wondje dicht te maken.


Slide 35 - Slide

Mineralen
Mineralen zijn stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken. 
Ze komen vooral in gesteentes voor. 

Sporenelement: hele kleine hoeveelheden mineralen.

Hulpstof

Slide 36 - Slide

Werking mineralen
  • Kalium en natrium: vochthuishouding
  • Calcium en fosfor: beendervorming
  • Fluor, calcium en fosfor: gebit
  • Jodium: vorming schildklierhormoon
  • Ijzer: vorming hemoglobine
  • Zwavel: vorming van aminozuren 

Slide 37 - Slide

Wat is metabolisme?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Video

Wat is cholesterol?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Video

Dit was de LessonUp voor vandaag! 

Nu ga je aan de slag met de opdracht die op Teams is geplaatst.
Heb je vragen, noteer ze dan kan je ze volgende week stellen tijdens de theorieles.

Slide 42 - Slide