Bezittelijk voornaamwoorden

BIENVENIDOS
                                                                   ¿Qué día es hoy?

miércoles, 27 de marzo
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS
                                                                   ¿Qué día es hoy?

miércoles, 27 de marzo

Slide 1 - Slide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 2 - Mind map

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk vnw in het Nederlands?

Dit is een woord wat een bezit aangeeft.
Zoals: mijn, jouw, onze, etc

Slide 3 - Slide

Bezittelijk vnw.
mijn
jouw
zijn/haar/uw
ons/onze
jullie
hun/uw
mi
tu
su
nuestro
vuestro
su
mi
tu
su
nuestra
vuestra
su
mis
tus
sus
nuestros
vuestros
sus
mis
tus
sus
nuestras
vuestras
sus
enkelvoud                  meervoud

Slide 4 - Slide

Bezittelijk vnw.
  • Het bezittelijk vnw. richt zich in het Spaans op het bezit en niet naar de bezitter zoals in het Nederlands. 
  • Is het bezit meervoud, dan wordt het bezittelijk vnw. ook meervoud --> mis/sus/nuestros
  • Bij nuestro/vuestro heb je ook nog een vrouwelijke vorm
    --> nuestra/vuestra. 

Slide 5 - Slide

voorbeelden:
Kijk dus naar het woord wat erachter staat! Is dit mannelijk of vrouwelijk / enkelvoud of meervoud? 
Dan pas je het bezittelijk vnm. daarop aan

  • mi casa                         =   mijn huis
  • tus libros                      =   jouw boeken
  • nuestra profesora        =   onze lerares
  • sus amigos                   =   zijn/haar vrienden

Slide 6 - Slide

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw huis?

Slide 7 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
mijn vader?

Slide 8 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
haar zussen?

Slide 9 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
onze opa&oma

Slide 10 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
hun neef (oom/tante zegger)

Slide 11 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw nichtjes (neven & nichten)

Slide 12 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw boeken

Slide 13 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
hun juffrouw

Slide 14 - Open question

    Ga nu verder met deel B van je reader

Slide 15 - Slide