Les 2 - 18/22-04

BIENVENIDOS
Hoy es

- martes el diecinueve de abril
- jueves el veintiuno de abril
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BIENVENIDOS
Hoy es

- martes el diecinueve de abril
- jueves el veintiuno de abril

Slide 1 - Slide

la planificación
  • corregir los deberes (hw nakijken)
  • a trabajar
  • explicación (uitleg) bezittelijk voornaamwoorden
  • a trabajar
  • los deberes
  • ejercicios (y hablar)

Slide 2 - Slide

corregir los deberes
huiswerk nakijken

Ejercicio 1.2 A, B, C
1.3 Werkwoorden in schrift
+ pag 16 & 17 (1.4 de werkwoorden)

leren van de woordenlijst

Slide 3 - Slide

a trabajar
LA pág 52 ejercicio 1


timer
5:00

Slide 4 - Slide

Explicación / uitleg
bezittelijk voornaamwoorden


Slide 5 - Slide

A leer (lezen)
página 19 moduleboekje


¿Qué habéis leído?
Wat hebben jullie gelezen?

Slide 6 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk vnw in het Nederlands?

Dit is een woord wat een bezit aangeeft.
Zoals: mijn, jouw, onze, etc

Slide 7 - Slide

Bezittelijk vnw.
mijn
jouw
zijn/haar/uw
ons/onze
jullie
hun/uw
mi
tu
su
nuestro
vuestro
su
mi
tu
su
nuestra
vuestra
su
mis
tus
sus
nuestros
vuestros
sus
mis
tus
sus
nuestras
vuestras
sus
enkelvoud                  meervoud

Slide 8 - Slide

Bezittelijk vnw.
  • Het bezittelijk vnw. richt zich in het Spaans op het bezit en niet naar de bezitter zoals in het Nederlands. 
  • Is het bezit meervoud, dan wordt het bezittelijk vnw. ook meervoud --> mis/sus/nuestros
  • Bij nuestro/vuestro heb je ook nog een vrouwelijke vorm
    --> nuestra/vuestra. 

Slide 9 - Slide

voorbeelden:
Kijk dus naar het woord wat erachter staat! Is dit mannelijk of vrouwelijk / enkelvoud of meervoud? 
Dan pas je het bezittelijk vnm. daarop aan

  • mi casa                         =   mijn huis
  • tus libros                      =   jouw boeken
  • nuestra profesora        =   onze lerares
  • sus amigos                   =   zijn/haar vrienden

Slide 10 - Slide

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw huis?

Slide 11 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
mijn vader?

Slide 12 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
haar zussen?

Slide 13 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
onze opa&oma

Slide 14 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw boeken

Slide 15 - Open question

a trabajar
LA pág 52 
ejercicio 2 / 3

timer
10:00

Slide 16 - Slide

recreo (pauze)
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Los deberes
LA pág 53
ejercicio 4

LE 3.1 y 3.2

Moduleboekje pag 22: maak fantasiefamilie
              ¡ojo!
seguimos con la clase
we gaan door met de les
+ pag 16 & 17 (dit is 1.4 met de werkwoorden)

Slide 18 - Slide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Hoe gebruik je deze in het Spaans?

Slide 19 - Mind map

a trabajar
LE
3.4
3.5
3.6
timer
12:30

Slide 20 - Slide

vamos a hablar
ik maak groepjes van 4
kijk naar 1.6 op blz 21 van je moduleboekje

je vertelt aan elkaar in het Spaans over je familie

Aan het eind wijs ik mensen aan die moeten vertellen wat er is gezegd in het groepje
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Respuestas

Slide 22 - Slide

respuestas

Slide 23 - Slide

Alvast fijne vakantie

Slide 24 - Slide