Om te onderzoeken of iemand lactose kan verteren (en dus lactosetolerant is) of niet (en dus lactose-intolerant is), wordt een hoeveelheid lactose via de mond toegediend. Daarna wordt enkele malen het bloedsuikergehalte gemeten. Zulke metingen worden ook gedaan na toediening van een hoeveelheid sacharose (rietsuiker). In afbeelding 2 zie je het resultaat van zulke metingen.
- Van welke suiker wordt hier de concentratie in het bloed bepaald?
- En welke persoon is blijkbaar lactosetolerant?