Formuleren/spelling H1 - les 2

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • vragen synoniemen en verwijswoorden?
  • uitleg leestekens
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

doelen
  • Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik.
  • Ik ken de begrippen synoniemen en verwijswoorden.
  • Ik kan de leestekens punt, komma, puntkomma en dubbele punt op de juiste manier in mijn tekst gebruiken.

Slide 3 - Slide

synoniemen
Gebruik synoniemen om variatie in je tekst aan te brengen -> tekst wordt saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt.

-woordenboek
-synoniemen.net
-Word (gebruik wel het grondwoord)

Slide 4 - Slide

verwijswoorden

verwijzen naar een woord dat al eerder genoemd is:
  • De man is jarig. Hij wordt vandaag 50 jaar.
  • Als je je niet lekker voelt, moet je het zeggen.
  • Heb je mijn sleutels gezien? Ja, ze liggen op tafel.
  • Ik luister graag naar muziek van Jannes. Ik vind hem heel goed.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

leestekens: punt
Je gebruikt leestekens om een tekst beter leesbaar te maken:

punt:      na een zelfstandige, mededelende zin
               Mijn fiets is kapot.


Slide 7 - Slide

leestekens: komma
Om twee zinnen samen te voegen tot een nieuwe (langere) zin.
Plaats van de komma:
  • tussen twee persoonsvormen: Als ik te laat kom, krijg ik straf.
  • voor verbindingswoorden (maar, omdat, want, terwijl...):
      Ik ben te laat, omdat mijn fiets kapot is.
  • voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is:                   We hebben een leuke les gehad, die lekker vlot verliep.



Slide 8 - Slide

leestekens: puntkomma
 -> Als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen. 
 -> Je mag ook een punt gebruiken.
                 
Sepp vindt het fijn op school; zijn leraren zijn erg vriendelijk.
Sepp vindt het fijn op school. Zijn leraren zijn erg vriendelijk.


Slide 9 - Slide

leestekens: dubbele punt
Als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen en de tweede zin een opsomming, uitleg of reden vormt bij de eerste zin.

Er zijn twee mogelijkheden: het gaat door of het gaat niet door.

Je kunt de dubbele punt vaak vervangen door , want


Slide 10 - Slide

zelfstandig werken
weektaak: 
Hoofdstuk 1 Formuleren: opdracht 1 en 2
                   Spelling: opdracht 1 t/m 3

Slide 11 - Slide

doelen
  • Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik.
  • Ik ken de begrippen synoniemen en verwijswoorden.
  • Ik kan de leestekens punt, komma, puntkomma en dubbele punt op de juiste manier in mijn tekst gebruiken.

Slide 12 - Slide