Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.
Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
Ik kan voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.
Dit leer ik vandaag:
Ik formuleer zinnen zo, dat woorden die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.
Slide 4 - Slide
Maak geen onnodig lastige constructies:
Vermijd heel lange bijvoeglijke bepalingen:
Dat roodharige, grappige, maar soms ook wel vervelende meisje, komt morgen op tv.
Dat roodharige meisje dat grappig, maar soms ook wel vervelend is, komt morgen op tv.
Slide 5 - Slide
Maak geen onnodig lastige constructies:
Houd het onderwerp en de persoonsvorm bij elkaar. Liever twee hoofdzinnen, dan een hoofdzin + bijzin.
Ik eet geen appels, omdat ik ze vies vind.
Ik eet geen appels, want ik vind ze vies.
Slide 6 - Slide
Maak geen onnodig lastige constructies:
Houd het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar:
Ik heb gister na het avondeten nog een appel gegeten.
Ik heb gister nog een appel gegeten na het avondeten.
Slide 7 - Slide
Maak geen onnodig lastige constructies:
Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is:
Ik zou mijn oma weer eens op moeten bellen.
Ik zou mijn oma weer eens moeten opbellen.
Slide 8 - Slide
Leerdoel
Dit ken/kan ik al:
Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.
Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
Ik kan voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.
Dit leer ik vandaag:
Ik formuleer zinnen zo, dat woorden die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.
Slide 9 - Slide
Oefenen
Opdracht: Maak online:
Cursus 6 - Formuleren §5 > opdracht 1 en 2
Hoe: Kijk naar het stoplicht. Rood = alleen werken, Oranje = zachtjes overleggen
Wat: iPad
Klaar? Werk verder aan je verhaal (over de robot / over de tijdmachine).
timer
10:00
Slide 10 - Slide
Na deze les wil ik van formuleren....
De uitleg nog een keer horen
Meer voorbeelden zien
Meer oefeningen maken
De leerstof thuis nog eens bekijken
Nieuwe leerstof, want dit onderdeel begrijp ik.
Slide 11 - Poll
Creatief schrijven
Opdracht:
Typ een verhaal van minimaal één A4-tje in Word.
Houd je verhaal net! Geen gescheld of opgepaste onderwerpen.
Lever je verhaal via Teams in als je klaar bent. Dit wordt huiswerk! Volgende les gaan we elkaar feedback geven op de verhalen.
Je let op:
Goed gebruik van punten en komma's.
Afwisseling in zinsvolgorde (OPA);
Gebruik van synoniemen, omschrijvingen en verwijswoorden om de tekst beter leesbaar te maken.
timer
25:00
Slide 12 - Slide
Is mijn leerkracht een robot?
Robots lijken steeds meer op echte mensen. In 2050 kun je het verschil tussen robots en mensen bijna niet meer zien. Jij denkt dat je leerkracht een robot is, maar je weet het nog niet zeker. Hoe kom je erachter of het inderdaad zo is? En wat gebeurt er dan?
De kapotte tijdmachine.
In 2050 hoef je geen geschiedenis-boeken te lezen, want je gaat gewoon met de hele klas terug in de tijd. Zo kun je zelf zien wat er vroeger gebeurde. Je hebt net met je klas een tijdreis gemaakt, maar dan gaat het mis. De tijdmachine gaat kapot. In welke tijd zit je, en waar? Wat nu?