Onderzoek doen 1.2 kans en variabele

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

P3: Onderzoek doen

1.2 Kans en variabele

1.4 Model en Hypothese

2.2 Indicatoren en categorieën

2.4 samenhang 

4.3 Onderzoek doen

4.4 Eisen aan onderzoek

Leerdoelen hele periode (t/m maart):

- Je kunt een eigen onderzoek bedenken, variabelen benoemen, een conceptueel model maken en een hypothese opstellen.

- Je kunt betrouwbare bronnen gebruiken als basis voor je onderzoek (theoretisch kader) = voor (apart) v-cijfer!

- Je kunt je eigen onderzoek opzetten en uitvoeren

- Je weet waar je bij het onderzoeken rekening mee moet houden (betrouwbaarheid, validiteit, representativiteit).

- Je kan de resultaten van je onderzoek analyseren en conclusies trekken.

- Je kan reflecteren op de sterke en zwakkere punten van je onderzoek.

Leerdoelen

- In eigen woorden kunnen uitleggen wat een variabele is. 

- Het verschil kennen tussen een wetmatigheid bij exacte vakken en bij sociale wetenschap.

-Variabelen kunnen bedenken bij jouw (voorlopige) onderzoeksonderwerp.

Welk onderzoeksonderwerp heb jij bedacht? (je mag later nog switchen)

Waarom doen we onderzoek?

- om oorzaken van problemen te vinden.

- zodat we beleid kunnen maken om de problemen op te lossen.

- om de wereld beter te begrijpen (rationalisering....)

Wetmatigheid

Bij exacte vakken (Na, Sk, Wis)

Is altijd waar (bijv. zwaartekracht)

Bij sociale wetenschap

Is het niet altijd of voor iedereen waar. 

We spreken van kans

Bijv. er is een grote(re) kans dat jongeren die veel spijbelen later crimineel gedrag gaan vertonen.

Variabele

De kans dat iets gebeurt, hangt ergens vanaf.

Waar vanaf? --> Dat heet een variabele:

een kenmerk van een actor of samenleving dat kan variëren.

Bijv:

De kans op diabetes is groter voor mensen met overgewicht.

Er is een grotere kans dat Felix hoogopgeleide ouders heeft.

Er is een kleine kans dat de bestuurder in een topfunctie een vrouw is.

Welke variabele(n) zouden passen bij jouw onderzoek? (onderwerp & variabele aub)

Maak opdracht 11

Huiswerk maandag:

Maak opdracht 11

Vorm een duo voor het onderzoek.

les 2

Een onderzoeksvraag opstellen

Voorbeeld: 

‘Zijn kinderen die meer dan 1 uur per dag op sociale media kijken minder gelukkig dan kinderen die minder dan 1 uur per dag op sociale media kijken?’

Zoek op (google)...

"KINDEREN VOELEN ZICH LELIJK DOOR SOCIAL MEDIA"

Klik op het artikel van metronieuws en lees het ( Je krijgt 3 min).

Wordt de vraag van de vorige slide bevestigd? 

‘Zijn kinderen die meer dan 1 uur per dag op sociale media kijken minder gelukkig dan kinderen die minder dan 1 uur per dag op sociale media kijken?’

Variabelen

"Is het opleidingsniveau van de ouders van een leerling invloed op de schoolresultaten van die leerling?"

Opleidingsniveau ouders ------------> schoolresultaten