Grammar unit 1

Grammar revision
Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 53
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammar revision
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vul het ontbrekende persoonlijke voornaamwoord in:
There is Tim! I always walk to school with ...
A
Her
B
Them
C
She
D
Him

Slide 4 - Quiz

These are nice shoes. I like ....
A
They
B
Us
C
Them
D
You

Slide 5 - Quiz

Here is some icecream. It is for ....., Carla!
A
Us
B
You
C
Me
D
Him

Slide 6 - Quiz

Jack and I are friends. ..... are on the same football team.
A
They
B
She
C
Me
D
We

Slide 7 - Quiz

Bedenk zelf een zin waarin je een persoonlijk voornaamwoord gebruikt!

Slide 8 - Open question

Grammar revision
The verb 'to be'

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vul de juiste vorm van 'to be' in.
I ..... sixteen years old.
A
am
B
are
C
is

Slide 12 - Quiz

We want food! We .... very hungry!
A
am
B
are
C
is

Slide 13 - Quiz

Jack and Susie ..... twins.
A
am
B
are
C
is

Slide 14 - Quiz

Janet ....... afraid of spiders. And I ..... too!
A
am
B
are
C
is

Slide 15 - Quiz

They ...... brothers.
A
am
B
are
C
is

Slide 16 - Quiz

Maak de zin vragend:
I am always hungry.
timer
0:30

Slide 17 - Open question

Maak de zin ontkennend:
I am always hungry.
timer
0:30000

Slide 18 - Open question

Maak de zin vragend:
You are crazy!
timer
0:30

Slide 19 - Open question

Bedenk zelf een (bevestigende, ontkennende of vraag) zin waarin je een vorm van 'to be' gebruikt (am/are/is)

Slide 20 - Open question

Grammar revision
Lidwoorden; A/an

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

A of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 23 - Quiz

.... computer
A
a
B
an

Slide 24 - Quiz

.... uniform
A
a
B
an

Slide 25 - Quiz

..... european girl
A
a
B
an

Slide 26 - Quiz

.... hour
A
a
B
an

Slide 27 - Quiz

A
An

Slide 28 - Drag question

Bedenk zelf een zin waarin je een lidwoord gebruikt!

Slide 29 - Open question

Grammar revision
Possessive pronouns: bezittelijke voornaamwoorden

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Hey! That is .... phone. I bought it myself.
A
Your
B
His
C
Her
D
My

Slide 33 - Quiz


That's ... brother. They are siblings.
A
Her
B
My
C
Our
D
Their

Slide 34 - Quiz

Is that ... twin brother? He looks just like you!
A
My
B
Your
C
His
D
Our

Slide 35 - Quiz

Bedenk zelf een zin waarin je een bezittelijk voornaamwoord gebruikt!

Slide 36 - Open question

Grammar revision
Present continuous

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Vul de juiste werkwoordsvorm in:
I ........ to what the teacher is saying.
A
listen
B
are listening
C
am listening
D
listens

Slide 39 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels dat je op dit moment aan het lopen bent?
I ................................ (to walk) right now.

Slide 40 - Open question

What is she doing? Gebruik een volledige zin om te omschrijven wat ze op dit moment aan het doen is. (Bijvoorbeeld 'she is reading')

Slide 41 - Open question

What is he doing?
(Let op; gebruik een volledige zin!)

Slide 42 - Open question

What is he doing?

Slide 43 - Open question

Bedenk zelf een zin waarin je de present continuous gebruikt!

Slide 44 - Open question

Grammar revision
Numbers

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Wat is het rangtelwoord van 6?
A
Six
B
Sixth
C
Sixst

Slide 48 - Quiz

Wat is het rangtelwoord van 3?
A
Three
B
Threeth
C
Third

Slide 49 - Quiz

Wat is het rangtelwoord van 8?
A
Eight
B
Eightth
C
Eightst
D
Eighth

Slide 50 - Quiz

Wat is het rangtelwoord van 1?
A
One
B
First
C
Oneth
D
Second

Slide 51 - Quiz

Bedenk zelf een zin waarin je een rangtelwoord gebruikt!

Slide 52 - Open question

Snap je de grammar van Unit 1?
Jazeker!
Een beetje
Nee, niet echt

Slide 53 - Poll