Oefentoets H1 Energie alleen theorie

Oefentoets H1 Energie alleen theorie
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets H1 Energie alleen theorie

Slide 1 - Slide

Welke energiebron geeft GEEN wisselspanning?
A
Stopcontact
B
Energiecentrale
C
Dynamo
D
Batterij

Slide 2 - Quiz

Bij een dynamo draait een magneet door een U-vormige weekijzeren kern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Een elektriciteitscentrale heeft als belangrijkste onderdeel de.....
A
Turbine
B
Condensator
C
Generator
D
Dynamo

Slide 4 - Quiz

Een transformator kan alleen maar de spanning omhoog transformeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De wisselspanning heeft een bereik van
A
-12 V tot 12 V
B
0 V tot 12 V
C
tot -12 V

Slide 6 - Quiz

Wanneer je thuis je energie meet dan druk je dat uit in:
A
kWh
B
kW
C
W
D
E

Slide 7 - Quiz

Als je een groepszekering omzet gaat de elektriciteit eraf in je hele huis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Een randaarde heeft de kleur...
A
Blauw
B
Bruin
C
Groen
D
Geel

Slide 9 - Quiz

De nuldraad heeft de kleur..
A
Blauw
B
Groen
C
Bruin
D
Zwart

Slide 10 - Quiz

De fasedraad heeft de kleur...
A
Blauw
B
Bruin
C
Zwart
D
Groen

Slide 11 - Quiz

Een schakeldraad vind je bij elk stopcontact in huis
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

De schakeldraad heeft de kleur...
A
Blauw
B
Bruin
C
Groen
D
Zwart

Slide 13 - Quiz

Alle apparaten moeten dubbel geïsoleerd zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wanneer een apparaat een behuizing heeft van metaal is deze vaak dubbel geïsoleerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Een transformator bestaat uit:
A
Weekijzeren kern
B
Weekijzeren kern, primaire- en secundaire spoel
C
Primaire- en secundaire spoel
D
Een magneet in een U-vormige weekijzeren kern

Slide 16 - Quiz


A

Slide 17 - Quiz


A

Slide 18 - Quiz

Leg uit waarom onze elektrische energie op een zo hoog mogelijke spanning wordt vervoerd.

Slide 19 - Open question

Leg uit wat je kunt zien aan veldlijnen om een magneet.

Slide 20 - Open question

Leg uit hoe een dynamo werkt

Slide 21 - Open question

Leg het 'pad' uit van elektrische energie van de centrale naar jouw huis. Noem hierbij steeds de hoogte van de spanning.

Slide 22 - Open question

Wat wordt er bedoelt met het vermogen van een apparaat?

Slide 23 - Open question

Waarvoor kun je een transformator gebruiken?

Slide 24 - Open question

Leg uit wat we bedoelen met kortsluiting.

Slide 25 - Open question

Leg uit wat we bedoelen met overbelasting.

Slide 26 - Open question

Leg uit waarvoor de aardlekschakelaar dient.

Slide 27 - Open question

Noem minimaal 4 onderdelen die je tegenkomt in de meterkast.

Slide 28 - Open question

Leg uit waarom de verzekerde aansluiting vóór de energiemeter zit in de meterkast.

Slide 29 - Open question

Leg uit wat het verschil is tussen de nuldraad en de fasedraad.

Slide 30 - Open question

Leg uit wat we bedoelen met contactweerstand.

Slide 31 - Open question

Leg uit waarom de contactweerstand kleiner wordt als je gaat zweten.

Slide 32 - Open question

Leg uit waarom het moeilijk wordt om een draad los te laten wanneer je daardoor 'onder stroom' staat.

Slide 33 - Open question

Wat moet de minimale grootte van de lekstroom zijn om de aardlekschakelaar uit te schakelen

Slide 34 - Open question