24 jan. 23 Literaire begrippen spanning en ruimte_bijw.bep

T H 2 P
24 januari  
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T H 2 P
24 januari  

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma deze week
Lessen op di. en do. Deze week: 1 les
  1. Boek Erna Sassen Zonder Titel 
  2. Terugkijken op grammaticale begrippen lijd.vw / meew.vw


We werken deze periode met wisbordjes en willekeurige namen

Slide 3 - Slide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze les ken je de literaire begrippen spanning en ruimte en kun je ze toepassen op teksten.
=> TEA 3: toets Zonder Titel
  • Ook kan je het meew.vw en lijd.vw uit de zin halen.

 

Slide 4 - Slide

Huiswerk
1. Opdracht 4 De Brug, lv en mwv maken (zie planning Nw Ned)
2. Lezen in Zonder Titel t/m pag. 201


Neem je document Literaire begrippen volledig ingevuld en aangevuld met aantekeningen mee naar de les. 

Slide 5 - Slide

Terugblik
Opdracht met kaartjes: zinnen bouwen

Slide 6 - Slide

Het werkwoord is de generaal

  • Mark Rutte (iemand) overhandigt een blauwe walrus (iets) aan Trump (aan iemand).
  • Mark Rutte (OW) / overhandigt (PV) / een blauwe walrus (LV) / aan Trump (MW).

Slide 7 - Slide

Bepaal pv / wwg / ow / lv / mw
  • Mijn goedgeklede oma stuurt haar kleinzoon heel vaak cadeautjes. 
  • Ik ga morgen een goudgele cake kopen.
  • Een prachtige sportieve herdershond wandelt bij ons in de wijk. 

Slide 8 - Slide

Bepaal pv / wwg / ow / lv / mw
  • Mijn goedgeklede oma (OW) / stuurt (PV/WWG) haar kleinzoon (MW) / heel vaak / cadeautjes (LV). 
  • Ik (OW)/ ga (PV/WWG) / morgen / een goudgele cake (LV) kopen (WWG).
  • Een prachtige sportieve herdershond (OW)/ wandelt (PV/WWG) / bij ons in de wijk.

Slide 9 - Slide

Zinsdelen die overblijven
  • Mijn goedgeklede oma (OW) / stuurt (PV/WWG) haar kleinzoon (MW) / heel vaak / cadeautjes (LV). 
  • Ik (OW)/ ga (PV/WWG) / morgen / een goudgele cake (LV) kopen (WWG).
  • Een prachtige sportieve herdershond (OW)/ wandelt (PV/WWG) / bij ons in de wijk.

Slide 10 - Slide

Bijwoordelijke bepaling 
  • geeft antwoord op vragen als: 
  • Hoe? Hoelang? Hoever? Wanneer? Waarom? Waarover? Waar? Waardoor? 
  • Is vaak het zinsdeel dat overblijft na het bepalen van pv - ow - wwg - lv - mw
  • Kun je zonder problemen toevoegen of weglaten
  • Geeft extra informatie en betekenis. 

Slide 11 - Slide

Mijn vader heeft me gisteren in de badkamer zijn oude iPhone gegeven.

  • Stappenplan:
  • pv
  • ow
  • wwg
  • lv
  • meew. vw
  • wat blijft over? 

Slide 12 - Slide

Bijwoordelijke bepaling 
  • In de stad ga ik vaak shoppen bij de Zara.
  • ...
  • (waar?) In de stad ga ik (wanneer?) vaak shoppen (waar?) bij de Zara.
  • Voeg twee bijw. bepalingen toe:
  • "Hij gaf mij een bos bloemen."

Slide 13 - Slide

Bijw. bepaling
  • Ook de vraagwoorden waarmee je bijwoordelijke bepalingen zoekt (hoe, waar, waardoor, waarheen, waarom, wanneer ), zijn in een zin bijwoordelijke bepaling: 
  • Waarom heb je dat leuke jurkje geruild? 
  • Let op: niet alle bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op een vraag!  
  • Ook woorden als  niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, natuurlijk, misschien, ... zijn een bijwoordelijke bepaling. 

Slide 14 - Slide

t/m pag. 201 gelezen










Slide 15 - Slide

Controle
Document Literaire Begrippen

Slide 16 - Slide

Uitleg literaire begrippen
document staat ook op Teams, Bestanden, Lesmateriaal

Slide 17 - Slide

Ruimte
De plaatsen, het weer en het tijdstip waarop het verhaal zich afspeelt bepalen de sfeer

  • Is het weer belangrijk voor dit verhaal? 
  • pag. 6: op welke plekken speelt Zonder Titel zich af?
  • ...
  • klaslokaal, schoolplein, kamer van Joshua, sportschool, opvanghuis in Friesland, bij het huis van Shanya, ingang van de supermarkt Vomar,...

Slide 18 - Slide

Ruimte
Soms komt het weer / de ruimte overeen met hoe de hoofdpersoon zich voelt. Dat heet *parallellie. Bijvoorbeeld:
  • zonneschijn * blijdschap 
  • donkere, mysterieuze kelder * angst of spanning

*Contrast: de ruime is tegengesteld aan wat er zich afspeelt. Bv:
  • begrafenis * zonnig, stralend weer
  • vrolijk strand met spelende kinderen * dreiging van een haai in zee.



Slide 19 - Slide

Overzicht literaire begrippen
- fictie/non-fictie
- realistisch/niet-realistisch
- personages: hoofdpersonen, bijfiguren, karakterontwikkeling
- perspectief: ik-/personaal/meervoudig personaal/*alwetend
- tijd: historisch, versnelling, vertraging, vertelde tijd, verteltijd, flashback, flashforward, opbouw van het verhaal
- ruimte: sfeer, weer, tijdstip, *parallellie, *contrast
- spanning

Slide 20 - Slide

Wat veroorzaakt spanning in een roman of film?
  •  ...
  • dingen die als lezer nog niet weet (open plekken)
  • cliffhangers
  • vb: detective: wie heeft het gedaan?
  • muziek, licht-/donkereffecten, uiterlijk van personages, tijdvertragingen, spannende plekken
  • Let op: spanning is géén actie of sensatie 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Tijdsverloop 

Slide 23 - Slide

pag.26
pag.50
pag.252

Slide 24 - Slide

Welke vragen heb je nog? 

  1. Tijdslijn maken van het verhaal: zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde
  2. Vragen beantwoorden over Ruimte en Spanning, pag. 6 en 7

  3. Lezen in Zonder Titel, 202 t/m 227.

Slide 25 - Slide

Wat heb je geleerd in 
deze les?

Slide 26 - Slide