§ 3.5 Koningen willen meer macht

Regels
  • geen reactie : afwezig melding
  • niet in beeld : afwezig melding
  • mic op mute , alleen aan wanneer er een vraag wordt gesteld 
1 / 52
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 52 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Regels
  • geen reactie : afwezig melding
  • niet in beeld : afwezig melding
  • mic op mute , alleen aan wanneer er een vraag wordt gesteld 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling § 3.4
  • Uitleg § 3.5
  • Maken opdrachten

Slide 2 - Slide

Herhaling
Herhaling

Slide 3 - Slide

Steden en handel
Je kunt uitleggen waarom de handel en de steden weer groeiden

Slide 4 - Slide

  • Meer grond voor landbouw en dus meer opbrengsten
  • Opbrengsten die boeren niet nodig hadden verkochten ze
op markten die ontstonden op plekken waar veel mensen bij elkaar kwamen: kloosters, kastelen. kruispunt van rivieren en wegen

Slide 5 - Slide

Leven in de stad
Je kunt de vier sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en twee functies van een gilde beschrijven

Slide 6 - Slide

1e laag: Rijke kooplieden en meesters van een gilde
2e laag: Winkeliers en ambachtslieden
3e laag: Mensen zonder vast werk
4e laag: Bedelaars en daklozen

Slide 7 - Slide

Het bestuur van de stad
Je kunt uitleggen dat de burgers van middeleeuwse steden machtiger werden

Slide 8 - Slide

Burgers kochten stadsrechten van de heer en kregen meer rechten, bijvoorbeeld markt te houden, muur om de stad te bouwen, wetten maken en rechtspreken

Slide 9 - Slide

Tijd van Steden en Staten
1000 tot 1500

Slide 10 - Slide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen:
  • Dat een middeleeuws rijk bestond uit uit verschillende gebieden en steden met eigen regels
  • Waarom koningen hun gebieden centraal willen besturen
  • Hoe koningen probeerden hun macht te vergroten

Slide 11 - Slide



Geschiedenis
Introductie
Les 4 Koningen willen meer macht
Geschiedenis
De tijd van monniken en  ridders/ De tijd van steden en staten
.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Intro
Lees bladzijde 145
Maak opdracht 1+2 
timer
2:00

Slide 15 - Slide

1
  • a Waaraan kon je de soldaten van de heerser van Bourgondië herkennen?
  • Aan het symbool/teken en de kleuren op hun schild: een schild met een rood kruis.
  • b Gebruik bron 1 en 4. Hoe heette de koning die aan de macht was toen het schild van bron 1 werd gebruikt?

  • ◯ C Karel de Stoute.

Slide 16 - Slide

2
  • Een belangrijke taak van koningen was oorlog voeren.
Bedenk wat zij hiervoor nodig hadden.
  • Om oorlog te voeren hadden koningen een leger nodig en ook
    voedsel, wapens en munitie. Verder hadden ze geld nodig om dat  leger te betalen

Slide 17 - Slide

Overal verschillende regels
Je kunt uitleggen dat een middeleeuws rijk bestond uit verschillende gebieden en steden met eigen regels

Slide 18 - Slide

Koninkrijken
  • 500 koninkrijken in Europa
  • Adel hielp koning bij bestuur en oorlog
  • Grenzen van koninkrijken veranderen steeds

Slide 19 - Slide

Niet makkelijk
  • Bestuur niet makkelijk
  • Door hele rijk reizen
  • Rechtspraak en controle van edelen
  • Elke stad met eigen regels en wetten
  • Rekening mee houden

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

3ab
  •  Provincies hebben in onze tijd wel  eigen munten.
  • Provincies hebben in onze tijd wel  eigen wetten.
  • b Elk gebied en veel steden mochten in de middeleeuwen eigen munten maken. Wat was hiervan een nadeel?
  • ◯ B Er moest vaak worden gewisseld.

Slide 23 - Slide

3cd
  • c Gebruik bron 2. Om welke reden heet deze munt de vierlander?
  • Hij werd gebruikt in vier gebieden.
  • d Wat was bijzonder aan deze munt?
  • Meestal maakte elk gebied een eigen munt. Deze munt was
geldig in vier gebieden

Slide 24 - Slide

4
  • 4 Om welke reden was het voor koningen lastig om een rijk te besturen?
  • ◯ A De gebieden binnen een rijk hadden ieder een eigen bestuur.

Slide 25 - Slide

Meer macht voor de koning
Je kunt uitleggen waarom koningen hun gebieden centraal willen besturen

Slide 26 - Slide

= centralisatie

Slide 27 - Slide

Centraal bestuur
Centraal bestuur
Een centraal bestuur is een bestuur vanuit 
één plaats waarbij overal in het koninkrijk  
dezelfde regels en vaste  belastingen 
gelden. 

Slide 28 - Slide

Centraal bestuur 
STATEN :  Staat = Gebied met centraal bestuur, met duidelijke grenzen, waar overal dezelfde wetten en regels gelden.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

5a
 a Om welke drie redenen wilden de koningen graag een centraal bestuur?
  • □ A Dan gelden de wetten voor het hele land.
  • □ C Dan krijgen de steden meer macht.
  • □ F Dan zijn de belastingen overal hetzelfde.

Slide 31 - Slide

5b
  • b Wat is een staat?

  • ◯ B Een gebied met duidelijke grenzen, waar overal dezelfde wetten gelden.

Slide 32 - Slide

6a
  • Het bezit van de hertog van Bourgondië bestond wel uit een verzameling van
    losse gebieden. De gebieden lagen  niet allemaal tegen elkaar aan. De grenzen  van die gebieden waren daarom niet één lange lijn. De grenzen van Bourgondië
waren dus  onduidelijk. Je kunt Bourgondië daarom wel geen staat noemen

Slide 33 - Slide

6b
  • b Wat voor soort verandering wilde de hertog van Bourgondië? Leg je antwoord uit.
  • Hij wilde politiek-bestuurlijke verandering,
  • omdat hij een centraal bestuur wilde met landelijke wetten in plaats van een bestuur en wetten per gewest.

Slide 34 - Slide

Belastinggeld
Je kunt beschrijven hoe koningen probeerden hun macht te vergroten

Slide 35 - Slide

Koning krijgt meer macht
  • Belasting wordt in geld betaald:
  • Meer handel > meer geld
  • Pacht > geld
  • Handelssteden > geld

Slide 36 - Slide

Koning betaald:
  • ambtenaren (centrale bestuur)
  • huurleger (vechten)

Slide 37 - Slide

De adel
  • had ook eigen grond en eigen leger
  • luisteren minder naar de koning
  • koning neemt met huurleger deel bezit van adel over en wordt machtiger

Slide 38 - Slide

Frankrijk
Engeland
Centrale staat
Centrale staat

Slide 39 - Slide

Bourgondië
  • hertogen willen een centraal bestuur
  • met behulp van ambtenaren
  • verzet van edellieden

Slide 40 - Slide

7a
  • Je hebt onderstreept in de tekst op bladzijde 149:
  • ambtenaren
  • huurleger

Slide 41 - Slide

7b
  • b Gebruik je antwoord bij vraag a. Welke groep werd hierdoor minder belangrijk?
  • ◯ A De adel.

Slide 42 - Slide

7c
  • c Welke twee zinnen passen bij een ambtenaar?

  • □ C Deze man was in dienst van de koning.
  • □ E Deze man werd ontslagen als hij ongehoorzaam was.

Slide 43 - Slide

7d
  • Een koning had geen keuze in wie hem zou helpen bij het bestuur, want een
    edelman wordt in de adelstand geboren. 
  • Een edelman kon zich met geweld verzetten tegen de koning, want een edelman had zijn eigen leger.
  • Een edelman was minder afhankelijk van de koning dan een ambtenaar, want een edelman had eigen inkomsten uit zijn landbezit.

Slide 44 - Slide

8a
  • De edellieden in de Bourgondische Nederlanden wilden hun
rechten niet verliezen. Dat probeerden ze duidelijk te maken
door de hertog te laten weten welke rechten ze allemaal
hadden.

Slide 45 - Slide

8b
  • Doordat ambtenaren werden aangesteld, werd de rol van de
adel in het bestuur kleiner. De edellieden verloren dus macht
door het centrale bestuur van de koning. Dat wilden ze niet

Slide 46 - Slide

Exit ticket

Slide 47 - Slide

Noem twee dingen die je vandaag hebt geleerd

Slide 48 - Open question

Huiswerk
  • Maken vraag 9  op bladzijde 151

Slide 49 - Slide

9a

Slide 50 - Slide

9b
  •  Om welke twee redenen wilden koningen hun gebieden centraal besturen?
  • 1 Besturen is makkelijker als voor alle gebieden dezelfde regels gelden.
  • 2 De koning zou meer macht krijgen. De macht van de adel werd uitgeschakeld.

Slide 51 - Slide

9c

Slide 52 - Slide