In deze paragraaf herhaal je:
• hoe je leesstrategieën gebruikt;
• welke tekstdoelen en tekstvormen er zijn;
• hoe je tekstverbanden herkent aan signaalwoorden;
• hoe je het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst vindt;
• hoe je de hoofdgedachte van een tekst vindt.
In deze paragraaf leer je:
• wat tekstsoorten zijn.