C1 Repaso unidad 1+2

Herhaling unidad 1+2
- je kunt over jezelf vertellen
- je kent de getallen t/m 100
- je kent het ww ser
- je kent het llamarse
- je kent de regels met betrekking tot mannelijk / vrouwelijk / enkelvoud / meervoud
- je kunt woorden in het meervoud zetten
- je kunt over school vertellen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling unidad 1+2
- je kunt over jezelf vertellen
- je kent de getallen t/m 100
- je kent het ww ser
- je kent het llamarse
- je kent de regels met betrekking tot mannelijk / vrouwelijk / enkelvoud / meervoud
- je kunt woorden in het meervoud zetten
- je kunt over school vertellen

Slide 1 - Slide

1. Over jezelf vertellen
1) Vertaal eerst de vraag
2) Geef daarna in een volle Spaanse zin antwoord op de vraag.

Slide 2 - Slide

¿Cómo te llamas? - vertaal

Slide 3 - Open question

¿Cómo te llamas? - antwoord

Slide 4 - Open question

¿Cuántos años tienes? - vertaal

Slide 5 - Open question

¿Cuántos años tienes? - antwoord

Slide 6 - Open question

¿De dónde eres? - vertaal

Slide 7 - Open question

¿De dónde eres? - antwoord: ik kom uit Nederland.

Slide 8 - Open question

¿Qué tal? - vertaal

Slide 9 - Open question

¿Qué tal? - antwoord

Slide 10 - Open question

¿Cuál es tu asignatura favorita? - vertaal

Slide 11 - Open question

¿Cuál es tu asignatura favorita? - antwoord

Slide 12 - Open question

Los números
Schrijf de getallen voluit in het Spaans

Slide 13 - Slide

25

Slide 14 - Open question

87

Slide 15 - Open question

14

Slide 16 - Open question

het werkwoord ser en llamarse
1) betekenis
2) vervoegingen

Slide 17 - Slide

Wat betekent ser?

Slide 18 - Open question

Geef de 6 vervoegingen van ser:

Slide 19 - Open question

Ellos (ser) ... mis amigos.

Slide 20 - Open question

Mis hermanos (ser) ... muy simpáticos.

Slide 21 - Open question

La casa (ser) ... grande.

Slide 22 - Open question

Tú (ser) ... mi mejor amigo.

Slide 23 - Open question

Manuel y tú (ser) ... primos.

Slide 24 - Open question

Tú y yo (ser) ... holandeses.

Slide 25 - Open question

Wat betekent llamarse?

Slide 26 - Open question

¿Cómo ... (llamarse - ella)?

Slide 27 - Open question

Tú ... (llamarse) Elena, ¿verdad?

Slide 28 - Open question

Concordancia

mannelijk / vrouwelijk / enkelvoud / meervoud

Slide 29 - Slide

De meeste vrouwelijk zelfstandige naamwoorden eindigen op - ...

Slide 30 - Open question

Welk lidwoord hoort bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord?
Voorbeeld: het huis - ... casa

Slide 31 - Open question

De meeste mannelijke zelfstandige naamwoorden eindigen op - ... of ...

Slide 32 - Open question

Welk lidwoord hoort bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord?
Voorbeeld: de zoon - ... hijo

Slide 33 - Open question

Concordancia
Regel: ALLES past zich aan aan het onderwerp (vaak zelfstandig naamwoord) 
Alle woorden in de hoofdzin nemen de juiste vorm aan wat mannelijk / vrouwelijk / enkelvoud / meervoud betreft!

¡OJO! het werkwoord past zich ook aan maar heeft geen mannelijke of vrouwelijk vorm!!!!

Slide 34 - Slide

Regels meervoud:

Slide 35 - Open question

Zet in het meervoud:
Mi gato es pequeño.

Slide 36 - Open question

Zet in het meervoud:
Este coche es rápido.

Slide 37 - Open question

Zet in de vrouwelijke vorm:
Mi padre es doctor.

Slide 38 - Open question

School - el colegio
- dagen van de week
- schoolvakken
- rangtelwoorden

Slide 39 - Slide

Maandag het eerste uur (hora) heb ik wiskunde.

Slide 40 - Open question

Donderdag het achtste uur (hora) heb ik Engels.

Slide 41 - Open question

Deberes para el vienes 8 de enero
1) leren woorden en frases claves unidad 1+2
2) alle grammatica leren unidad 1+2 
(doe dit door alle lessen in LessonUp te herhalen!)
3) deze les afmaken 
4) vertaalzinnen afmaken 
(vrijdag niet af of vertaalsites gebruikt = extra werk!)

Slide 42 - Slide