Beschouwing

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom

Meld je aan bij LessonUp

Lesdoelen

- Je kunt een beschouwing herkennen

- Je kunt (delen van) een tekst schematisch weergeven

Programma

Herhalen beschouwing

Bespreken huiswerk

Uitleg: schema's

Samen oefenen

Aan de slag!

Reflectie: wat heb je geleerd?

Wat weet je van een beschouwing? (teksttructuur, tekstdoel, hoofdgedachte)

Beschouwing

Tekstdoel = opiniëren

Mogelijke tekststructuur = voor- en nadelenstructuur, probleem-oplossingsstructuur, verklaringsstructuur

Hoofdgedachte = ... lopen de meningen uiteen, ... zowel voor- als nadelen, Er zijn veel mogelijkheden...

Huiswerk bespreken

We bespreken opdracht 1 (p. 126)

1. Welke aandachttrekker wordt gebruikt?

1. Verwijzen naar de actualiteit
2. De voorgeschiedenis beschrijven
3. Een aantrekkelijk voorbeeld geven
4. Het belang voor het publiek aangeven

2. Op welke manier wordt het onderwerp geïntroduceerd?

1. Er worden één of meerder vragen gesteld
2. Er wordt een mening geformuleerd
3. Er wordt een probleem geschetst

3. In welke zin van het slot staat de hoofdgedachte?

1. Zin 1
2. Zin 2
3. Zin 3
4. Zin 4

4. Welk element bevat het slot verder nog?

1. Samenvatting
2. Afweging
3. Aansporing of aanbeveling
4. Toekomstverwachting

5. Welke structuur heeft de tekst?

1. Voor- en nadelenstructuur
2. Probleem-oplossingsstructuur
3. Verklaringsstructuur

6. Welk tussenkopje past bij het eerste deelonderwerp?

6. Welk tussenkopje past bij het tweede deelonderwerp?

6. Welk tussenkopje past bij het derde deelonderwerp?

6. Welk tussenkopje past bij het vierde deelonderwerp?

6. Welk tussenkopje past bij het vijfde deelonderwerp?

6. Welk tussenkopje past het best bij het zesde deelonderwerp?

7. Waaraan kun je zien dat tekst 1 een beschouwing is?

Uitleg: schema's

Oorzaak-gevolgschema's 

Argumentatieschema's 

Signaalwoorden en functiewoorden

Samen oefenen

Lees de alinea door

We vullen samen het oorzaak-gevolgschema in op basis van die alinea

Aan de slag!

Vul nu zelf de schema's in bij de andere tekst

Dit is huiswerk voor morgen

Reflectie: wat heb je geleerd?