What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Thema 5 les 10
Thema 5 les 10
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 5 les 10
Slide 1 - Slide
Lessen deze week
Onvoltooide en voltooide tijd
Betrekkelijke voornaamwoorden
Themawoorden
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
voltooide tijd
Het is al klaar / het is gebeurd
Er is een hulpwerkwoord
hebben/zijn
.
Er staat een
voltooid deelwoord
in.
Slide 4 - Slide
Onvoltooide tijd
Het is nog niet klaar/afgerond.
Er staat een zelfstandig werkwoord
--> het is een handeling
Er staat
geen
voltooid deelwoord in.
Slide 5 - Slide
de 4 opties:
onvoltooid tegenwoordige tijd
onvoltooid verleden tijd
Voltooid tegenwoordige tijd
Voltooid verleden tijd.
Slide 6 - Slide
tegenwoordige of verleden tijd
Kijk naar de persoonsvorm.
Ik
kijk
naar de tv.
Ik
keek
naar de tv.
Ik
heb
naar de tv gekeken.
Ik
had
naar de film gekeken.
Slide 7 - Slide
Stappenplan
Stap 1
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Stap 2
Is er een voltooid deelwoord?
--> onvoltooid (geen voltooid deelwoord) of voltooid (wel voltooid deelwoord)
Stap 3
Staat de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Slide 8 - Slide
Betrekkelijke voornaamwoorden
Verwijswoorden
Is het nou die, dat of wat??
Slide 9 - Slide
Dat
Die
Wat
verwijst naar een het-woord
Verwijst naar een de-woord
Verwijst naar een zin
Na een woord over hoeveelheid
Na een woord met de overtreffende trap
Slide 10 - Slide
Voorbeelden
De koe loopt door de wei, ... zij prettig lijkt te vinden.
De hardloper .... de marathon liep, was moe.
Waar verwijst het naar?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
In welke tijd staat deze zin.
Per slot van rekening is zijn huis al jaren niet gerenoveerd
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid verleden tijd
Slide 13 - Quiz
Dat is het gekste ... ik mij kan herinneren.
A
Dat
B
Die
C
Wat
Slide 14 - Quiz
Quiz over de woorden
Slide 15 - Slide
Onregelmatig
A
Af en toe, het is niet te voorspellen.
B
De regels die gelden niet voor iedereen.
C
Het is vaak zo.
Slide 16 - Quiz
De aardkorst
A
De buitenste laag van de aarde.
B
De binnenste laag van de aarde.
Slide 17 - Quiz
De toestand
A
Het is veel werk.
B
De goede staat van iemand.
C
De staat waarin iemand zich bevindt.
Slide 18 - Quiz
Het is de hele tijd. Leroy hoort de hele tijd een piep in zijn oren.
Slide 19 - Open question
Het zekere voor het onzekere nemen.
Slide 20 - Open question
Per slot van rekening
A
Aan het einde
B
Uiteindelijk
C
Tijdens dat je alles bekijkt.
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Thema 5 les 19
March 2021
- Lesson with
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 5 les 7
February 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Thema 5 leerblad toets
February 2021
- Lesson with
16 slides
Basisschool
Ott, ovt, vtt, vvt
March 2021
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Thema 5 les 14
February 2021
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
thema 5 les 7
February 2021
- Lesson with
23 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Grammatica Hoofdstuk 7
November 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
NN A7.13 De werkwoordstijden
October 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2