Welke 3 strategieën kun je toepassen tijdens het lezen van een tekst?
Slide 13 - Open question
Tijdens het lezen kun je o.a.:
Geeltjes plakken
Een tekening maken
De structuur duidelijk maken
Slide 14 - Slide
Wat zet je op de geeltjes als je die bij een tekst plakt?
Slide 15 - Open question
Leesstrategieën
We hebben nu een aantal strategieën besproken die je gebruikt bij het lezen. We gaan nog wat oefenen met signaal- en verwijswoorden.
Slide 16 - Slide
Signaalwoorden
Wat is hun signaal?
Slide 17 - Slide
Wat is de functie van signaalwoorden in een tekst?
Slide 18 - Open question
Door de storm waren takken van bomen afgebroken. Ook waren bouwmaterialen weggewaaid. Welk verband/signaal geeft 'ook' aan?
A
Verklaring
B
Opsomming
C
Samenvatting
D
Tijdsaanduiding
Slide 19 - Quiz
Tom denkt dat de docent het niet heeft gezegd. Hij heeft echter niet goed opgelet. Welk verband/signaal geeft 'echter' aan?
A
Tegenstelling
B
Voorwaarde
C
Uitleg
D
Reden
Slide 20 - Quiz
Aangezien de school verbouwd zou worden, werd er niet meer geïnvesteerd in een nieuwe aula. Welk verband/signaal geeft 'aangezien' aan?
A
Conclusie
B
Vergelijking
C
Doel-middel
D
Reden
Slide 21 - Quiz
Ze kunnen het goed met elkaar vinden in die klas. Er heerst daardoor een prettige sfeer. Welk verband/signaal geeft 'daardoor' aan?
A
Voorwaarde
B
Reden
C
Oorzaak-gevolg
D
Tijdaangevend
Slide 22 - Quiz
Verwijswoorden
Waar verwijzen ze naar?
Slide 23 - Slide
Wat is de functie van verwijswoorden in een tekst?
Slide 24 - Open question
Noem een aantal verwijswoorden:
Slide 25 - Open question
Niet alleen zien de bloemen van verschillende plantensoorten er anders uit, maar ook hun zaden. Waar verwijst 'hun' naar?
A
plantensoorten
B
bloemen
Slide 26 - Quiz
Een groep van vijftig jongeren racen op snelle fatbikes, op zoek naar jonge slachtoffers. Die worden geïntimideerd, bedreigd en mishandeld. Waar verwijst 'die' naar?
A
vijftig jongeren
B
jonge slachtoffers
Slide 27 - Quiz
Door een vreemd geluid schiet de vader van de 11-jarige Bart in januari wakker. Hij kan het geluid niet thuisbrengen. Waar verwijst 'hij' naar?
A
de vader
B
de 11-jarige Bart
Slide 28 - Quiz
Bij extreme hitte lijkt de weg voor je te trillen. Maar dit is gezichtsbedrog. Waar verwijst 'dit' naar?
Slide 29 - Open question
Je hebt nu goed geoefend voor de toets Lezen 3
Lees nog een keer de toolboxen en de leesstrategieën goed door. Veel succes!