Voorzetsels en bellen!
1 / 11
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Hij schopt de bal ..................... de goal?
op
achter
in
bij
tegen
aan
Slide 6 - Drag question
Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Doe jij cola ..................... een glas?
op
achter
in
bij
tegen
aan
Slide 7 - Drag question
Zet het juiste voorzetsel in de zin.
De prullenbak staat ..................... de grote kast?
op
achter
naast
bij
tegen
aan
Slide 8 - Drag question
Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Opa heeft kaas ..................... zijn boterham?
in
achter
op
bij
tegen
aan
