Er zijn natuurlijk meer verwijswoorden dan die, deze, dit en dat.
Naar Mohammed (een mannelijk zelfstandig naamwoord) verwijs je bijvoorbeeld met hij, hem of zijn.
Mohammed moest typen. Hij moest zijn handen op zijn rug houden. Het is hem gelukt.
Naar vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden verwijs je met andere verwijswoorden en dan heb je ook nog zelfstandige naamwoorden in het meervoud.