OEFENTOETS MOMG BLOK 1 t/m 3

Waarom is het belangrijk om schoon te maken in een bepaalde volgorde en volgens bepaalde regels?
A
Je werkt dan het meest efficiënt.
B
Je werkt dan volgens de cao voor de schoonmaakbranche.
C
Je werkt dan zoals het al jaren gebeurt.
D
Je werkt dan zonder dat het inspanning kost.
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
zorg en welzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waarom is het belangrijk om schoon te maken in een bepaalde volgorde en volgens bepaalde regels?
A
Je werkt dan het meest efficiënt.
B
Je werkt dan volgens de cao voor de schoonmaakbranche.
C
Je werkt dan zoals het al jaren gebeurt.
D
Je werkt dan zonder dat het inspanning kost.

Slide 1 - Quiz

Ramen zemen doe je in negen stappen.
De eerste vijf stappen staan in de juiste volgorde.
De volgende stappen staan door elkaar.

Geef de juiste volgorde aan door de cijfers 6 tot en met 9 in te slepen naar de juiste stap. 

6
7
8
9

Slide 2 - Drag question

Wat heb je nodig als je het toilet schoonmaakt?
Kies de juiste antwoorden:

□ Allesreiniger of toiletreiniger
□ Dweil of mop
□ Emmer
□ Schuurmiddel
□ Toiletborstel
□ Werkdoekje

Slide 3 - Open question

Wat gaat er mis met de was in de situaties die in de tabel staan?
Kies uit de antwoorden:
Krimpt - stinkt - wordt roze

1. Er zit een rood t-shirt bij de witte was. 1 =
2. Je bent vergeten dat je een was had aangezet. Je haalt de was pas de volgende dag uit de machine. 2 =
3. Je wast een wollen vest op 60 graden. 3 =


Slide 4 - Open question

Waarom moet je de zakken leeghalen voordat je de kleding in de was doet?
Kies de juiste antwoord.

Er kunnen dingen in de zakken zitten die:
A
de ritssluitingen kapot maken.
B
de was verpesten.
C
ervoor zorgen dat het wasmiddel niet goed werkt.
D
niet nat mogen worden.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
Niet bleken
B
Niet drogen in de wasdroger
C
Niet strijken
D
Niet wassen

Slide 6 - Quiz

X
X
X

Slide 7 - Drag question


Slide 8 - Open question

Wat moet je doen als je een kledingstuk met de hand wast?
Kies de juiste antwoorden.
Als je een handwas doet, moet je:
A - eerst de donkere stukken wassen.
B - het textiel telkens in en uit het water halen.
C - met je handen in het textiel knijpen.
D - minstens drie keer spoelen.
E - wrijven en wringen.

Slide 9 - Open question

Langzaam
snel
veel
weinig
slijt
kreukt

Slide 10 - Drag question

Als je gaat strijken, met welke stukken begin je dan?
A
De stukken die het minst warm gestreken moeten worden.
B
De stukken die het warmst gestreken moeten worden.
C
De stukken met de donkerste kleur.
D
De stukken met de lichtste kleur.

Slide 11 - Quiz

Zijn de volgende uitspraken objectief of subjectief? 
Sleep het juiste woord op elke uitspraak. 
Boerenkool met rookworst is lekker.
Tien min acht is twee. 
Ellen heeft haar bord leeggegeten. 
Objectief
Subjectief
Objectief

Slide 12 - Drag question