Les 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Stil lezen

1. Pak een strip/ boek.

2. Ga rustig zitten.

3. Begin te lezen.

4. Als iedereen zit, gaat de klok lopen.

Hoi 2Va!

Het straattaalwoord van de dag

Boeken van HONA

Wat doen we verder vandaag?

1. We ontleden 1 zin.

2. We krijgen tijd om huiswerk te na te kijken en te maken.

3. . We leren iets meer over enkelvoudige en samengestelde zinnen (met quizje).

Zinsontleding

Milan wil elke les van  mevrouw Houkes een lolly hebben.

Zinnen ontleden

stap 1: persoonsvorm: ja/nee-vraag/ zin in andere tijd

stap 2: zinsdeelstrepen: husselen

stap 3: werkwoordelijk gezegde: alle ww

stap 4: onderwerp: wie/ wat + wwg

stap 5: lijdend voorwerp: wie/wat+o+wwg?

Huiswerktijd

EERST: p. 28 + 29 + 80 + 81 nakijken

DAARNA: Aftekenen bij mevr. Houkes

DAARNA: hw volgende week maken

Je mag je eigen muziek luisteren.

Afspraken muziek luisteren tijdens werken

- De docent bepaalt wanneer je muziek mag luisteren.

- Je luistert alleen je eigen muziek (oortjes niet delen).

- Je bent de enige die je muziek hoort (denk aan geluid).

- Je scherm ligt op de kop.

Wat doen we verder vandaag?

1. We ontleden 1 zin.

2.We krijgen tijd om huiswerk te maken.

3.  We leren meer over enkelvoudige en samengestelde zinnen.
(met quizje van 7 vragen)

HERHALING:

Enkelvoudig/ samengestelde zin

ENKELVOUDIGE ZIN

- Ik ben moe.

- Ik ben laat naar bed gegaan.

SAMENGESTELDE ZIN

- Ik ben moe, want ik ben laat naar bed gegaan.

('want' plakt 2 zinnen aan elkaar: voegwoord)

NIEUW

Enkelvoudig/ samengestelde zin

OPDRACHT:       ZET DE ZINNEN IN DE VERLEDEN TIJD.

VRAAG:               HOEVEEL WOORDEN VERANDEREN ER?

1- Kim is ziek naar huis gegaan.

2- Bilal doet een coronatest en Oualid maakt een proefwerk.

3 - Stefen haat Nederlands en Rodas vindt geschiedenis een vreselijk vak.

4- Shelia scoort een doelpunt.

ENKELVOUDIGE ZIN:

- bestaat uit 1 zin;

- NOOIT voegwoorden;

- één persoonsvorm.

voorbeeld:

Mevrouw Houkes is gek.

SAMENGESTELDE ZIN:

- meerdere zinnen achter elkaar geplakt;

- wel voegwoord(en) (vaak);

- ALTIJD meerdere persoonsvormen.

voorbeeld:

Mevrouw Houkes is gek, maar ze is meestal ook wel aardig.

Enkelvoudig of samengesteld?

''Jelle zit in 2Va.''

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Enkelvoudig of samengesteld?

''Abdul heeft haar schrift mee, maar Lisanne is haar boek vergeten.''

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Wat is het voegwoord?

''Abdul heeft haar schrift mee, terwijl Lisanne haar boek is vergeten.''

1. mee
2. Lisanne
3. terwijl
4. is

ENKELVOUDIG OF SAMENGESTELDE ZINNEN?

1. Sarah heeft een kat.
2. De oortjes van Gianluca zijn kwijt, maar gelukkig heeft Bram ze gevonden.

1. 1 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv 2 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv
2. 1 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv 2 = samengestelde zin, want er is 1 pv
3. 1 = samengestelde zin, want er zijn 2 pv 2 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv
4. 1 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv 2 = samengestelde zin, want er zijn 2 pv

Hoe komt het woord 'voegwoord' aan z'n naam?

1. Voegen doe je bij bakstenen: die plak je aan elkaar. Een voegwoord plakt meerdere zinnen aan elkaar.
2. Invoegen doe je als je je auto tussen twee andere auto's wilt krijgen. Met een voegwoord zet je een zin TUSSEN een andere zin.

Hoe komt het woord 'voegwoord' aan z'n naam?

1. Voegen doe je bij bakstenen: die plak je aan elkaar. Een voegwoord plakt meerdere zinnen aan elkaar.
2. Invoegen doe je als je je auto tussen twee andere auto's wilt krijgen. Met een voegwoord zet je een zin tussen een andere zin.

WAT GELDT VOOR JOU?

1. Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
2. Ik kan het voegwoord uit een zin halen.
3. Ik weet hoeveel persoonsvormen een enkelvoudige zin heeft.

1. 1 = ja 2 = nee 3 = nee
2. 1 = ja 2 = ja 3=nee
3. 1 = ja 2 = ja 3=ja
4. 1 = nee 2 = nee 3 = nee