Les 5

Stil lezen





1. Pak een strip/boek.
2. Ga rustig zitten.
3. Begin te lezen.
4. Als iedereen zit, gaat de klok lopen.
Hoi 2Va!
timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Stil lezen





1. Pak een strip/boek.
2. Ga rustig zitten.
3. Begin te lezen.
4. Als iedereen zit, gaat de klok lopen.
Hoi 2Va!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Het straattaalwoord van de dag

Slide 3 - Slide

Wat doen we verder vandaag?
1. We ontleden 1 zin.

2. We krijgen tijd om huiswerk te maken.

3. We leren over enkelvoudige en samengestelde zinnen (met lollyquizje met 7 vragen ;-))

 

Slide 4 - Slide

Zinsontleding
Gisteren zag Diederick Max Verstappen racen in Spa.
Zinnen ontleden

stap 1: persoonsvorm: ja/nee-vraag/  zin in andere tijd
stap 2: zinsdeelstrepen: husselen
stap 3: werkwoordelijk gezegde: alle ww
stap 4: onderwerp: wie/ wat + wwg
stap 5: lijdend voorwerp: wie/wat+o+wwg?

Slide 5 - Slide

Boek kiezen

Slide 6 - Slide

Huiswerktijd
 p. 28 + 29 maken/ nakijken
p. 80 + 81 maken/nakijken

Je mag je eigen muziek luisteren.

Afspraken muziek luisteren tijdens werken
- De docent bepaalt wanneer je muziek mag luisteren.
- Je luistert alleen je eigen muziek (oortjes niet delen).
- Je bent de enige die je muziek hoort (denk aan geluid).
- Je scherm ligt op de kop.

timer
10:00

Slide 7 - Slide

Wat doen we verder vandaag?
1. We ontleden 1 zin.

2. We krijgen tijd om huiswerk te maken.

3. We leren over enkelvoudige en samengestelde zinnen (met lollyquizje met 7 vragen ;-))

 

Slide 8 - Slide

Enkelvoudig/ samengestelde zin
ENKELVOUDIGE ZIN
- Ik ben moe.
- Ik ben laat naar bed gegaan.

SAMENGESTELDE ZIN
- Ik ben moe, want ik ben laat naar bed gegaan.

('want' plakt 2 zinnen aan elkaar: voegwoord)


Slide 9 - Slide

Enkelvoudig of samengesteld?

''Sam zit in 2Va.''
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 10 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

''Sam zit in 2Va en Iris zit in 1VHa''
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 11 - Quiz

Wat is het voegwoord?

''Sam zit in 2Va en Iris zit in 1VHa''
A
in
B
Iris
C
en
D
Iris

Slide 12 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

''Yvonne heeft haar schrift mee, maar Femke is haar boek vergeten.''
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 13 - Quiz

Wat is het voegwoord?

''Yvonne heeft haar schrift mee, maar Femke is haar boek vergeten.''
A
is
B
maar
C
haar
D
vergeten

Slide 14 - Quiz

Hoeveel zinnen zijn hier aan elkaar geplakt?

Milko is geen fan van Snelle, maar Robin vindt zijn muziek wel tof en Jamila luistert er ook graag naar.
A
Dit is een enkelvoudige zin, er zijn geen zinnen aan elkaar geplakt.
B
2 zinnen, voegwoord: maar
C
3 zinnen, voegwoorden: maar + en
D
4 zinnen, voegwoorden: maar, en, ook

Slide 15 - Quiz

WAT GELDT VOOR JOU?

1. Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
2. Ik kan het voegwoord uit een zin halen.
A
1 = ja 2 = nee
B
1 = ja 2 = ja
C
1 = nee 2 = ja
D
1 = nee 2 = nee

Slide 16 - Quiz