Tradities - Op bedevaart

1 / 20
next
Slide 1: Slide
StudielessenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/laptop voor je
       Start je Chromebook/laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
       Pak je opdrachtenboekje en een pen/potlood
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • kan ik vertellen waar deze tekst over gaat.
  • kan ik vertellen wat verwijswoorden zijn en hier voorbeelden bij noemen.

Slide 3 - Slide

Inhoud van de les
Inleiding
Voorkennis activeren
Instructie / Theorie
Opdrachten
Begrippen van deze les
Exit ticket

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog van het filmpje uit de vorige les?

Slide 5 - Open question

Weet je nog wat voorzetsels zijn?
Kun je voorbeelden geven?

Slide 6 - Open question

Voorzetsels hh
Een voorzetsel is een woord dat samen met een ander woord (meestal) plaats en richting bepaalt, zoals:

Het mannetje zit onder de tafel.

Slide 7 - Slide

Instructie verwijswoorden
Verwijswoorden verwijzen meestal...
  • terug naar een woord dat al eerder genoemd is.
  • vooruit naar een woord dat nog genoemd gaat worden.

Voorbeeld:
Mijn vriendin en ik zien elkaar elke dag.
Vandaag gaan wij samen huiswerk maken.

Waarnaar verwijst het woord 'wij'?

Slide 8 - Slide

Roken kan schadelijk voor je gezondheid zijn: daar kun je kanker van krijgen.
Daar ... van verwijst naar:
___________
A
Roken
B
schadelijk
C
voor je gezondheid
D
Roken kan schadelijk voor je gezondheid zijn

Slide 9 - Quiz

Ik moet mijn verstandskiezen laten trekken en dat valt niet mee.
Dat verwijst naar:
_____
A
verstandskiezen laten trekken
B
mijn verstandskiezen laten trekken
C
Ik
D
Ik moet mijn verstandskiezen laten trekken

Slide 10 - Quiz

De toneelvereniging zal haar voorstelling dit jaar in Theater de Nobelaer geven.
Haar verwijst naar:
_____
A
De toneelvereniging
B
voorstelling
C
dit jaar
D
in de Nobelaer.

Slide 11 - Quiz

Dat meisje wil dat er beter naar haar geluisterd wordt.
Haar verwijst naar:
_____
A
dat meisje
B
het haar van dat meisje
C
luisteren
D
mensen die naar haar luisteren

Slide 12 - Quiz

Het was vervelend dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg.
Het verwijst naar:
____
A
mijn vakantie
B
was vervelend
C
kiespijn
D
dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg

Slide 13 - Quiz

Hoeveel antwoorden had je goed?
05

Slide 14 - Poll

Instructie 
Had je 4 of meer antwoorden goed?
Dan ga je nu starten met 'DE TWEEDE RONDE'. 
Je werkt met degene die naast je zit.

Ben je hiermee klaar? Meld dit dan bij de docent. 

Had je er minder dan 4 goed? 
Dan kijk je nog even mee met de uitleg!

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Instructie 
Je gaat nu starten met 'DE TWEEDE RONDE'. 
Je werkt met degene die naast je zit.

Ben je hiermee klaar? Meld dit dan bij de docent. 

Slide 17 - Slide

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 18 - Slide

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Welk cijfer zou je jezelf geven voor samenwerken tijdens deze les?
010

Slide 20 - Poll