H1: Je kunt de persoonsvorm in de tt correct spellen.
H2/3: Je kunt de persoonsvorm in de vt correct spellen (sterk en zwakke werkwoorden).
H2/3: Je kunt het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden uitleggen
H4: Je kunt het voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord correct spellen.
H5: Je kunt voltooide en onvoltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord correct spellen.