BS 1 Genotype en Fenotype mavo 2 2021-2022




Welkom!
Pak je boeken  en ipad

Log alvast in. ( zie code LessonUp)
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson




Welkom!
Pak je boeken  en ipad

Log alvast in. ( zie code LessonUp)

Slide 1 - Slide

planning
-Leerdoelen
-Uitleg BS 1 
-Check leerdoeken tussendoor
-zelfstandig werken
- Vooruitblik
- Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten

Je kunt het begrip feno - en genotype omschrijven.

Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben.

Slide 3 - Slide

We starten met een intro..

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

fenotype /genotype ?

Slide 6 - Mind map

Genotype
De erfelijke informatie over bepaalde eigenschappen

< Het genotype van deze man is bijvoorbeeld bruine ogen


Slide 7 - Slide

Fenotype
Het uiterlijk van een organisme

Ontstaat door:
  • Het genotype
  • Invloeden uit het milieu

Slide 8 - Slide

Celkern/Genotype

Slide 9 - Slide

De celkern
Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.

In de celkern zit belangrijke erfelijke informatie opgeslagen. 


Slide 10 - Slide

Hoeveel chromosomen heeft de mens?

Slide 11 - Slide

Hoeveel Chromosomen?
  • Mensen : 46 chromosomen.
  • Elke lichaamscel bevat 46 chromosomen
  • beencel, hersencel, maagcel, vingercel, etc.

Slide 12 - Slide

Celdeling

Celdeling

Slide 13 - Slide

Bevruchting en celdeling

Slide 14 - Slide

Celkern

Slide 15 - Slide

DNA AAN OF UIT ???

élke cel bevat álle informatie over je kenmerken


gen voor oogkleur staat ''aan'' in de ogen en ''uit'' in je huidcellen





Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

check leerdoelen...

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten

Je kunt het begrip feno - en genotype omschrijven.

Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben.

Slide 19 - Slide

Van klein naar groot:
A
DNA-Chromosomen-Celkern-Cel
B
Celkern-DNA-Chromosomen-Cel
C
Chromosomen-Celkern-Cel-DNA
D
Cel-Chromosomen-Celkern-DNA

Slide 20 - Quiz

Wanneer ontstaat het genotype?

Slide 21 - Open question

Hebben alle spiercellen van een man hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 22 - Quiz

Wat verandert er wel en wat niet?
A
wel: genotype niet: fenotype
B
wel: fenotype wel: genotype
C
wel: fenotype niet: genotype
D
niet: fenotype niet: genotype

Slide 23 - Quiz

aangeboren blindheid
A
genotype
B
fenotype

Slide 24 - Quiz

Hij heeft kort haar
A
genotype
B
fenotype

Slide 25 - Quiz

Een albino organisme wordt bepaald door :
A
genotype
B
fenotype

Slide 26 - Quiz

Iemand gaat zijn haren verven. Verandert ze hierdoor haar genotype of fenotype
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 27 - Quiz

Het genotype kun je aanpassen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

wat
Opdracht 1 t/m 8  vanaf blz 109
Hoe
lees de tekst van basisstof 1
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
 Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Opdrachten af? Controleer of je de opdrachten juist gemaakt hebt! ( via som )

Ga aan de slag met flitskaarten en test jezelf online

Slide 29 - Slide