BK2 thema 5 Erfelijkheid en evolutie BS 1

BK 2 Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

BK 2 Thema 5 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Erfelijkheid.
Op wie lijk jij het meeste?
Met welke eigenschappen?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een erfelijke eigenschap?
A
oorbel
B
tattoo
C
oogkleur
D
geel geverfd haar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit is een mens opgebouwd? Wat is de kleinste bouwsteen?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen BS 1 Genotype en fenotype
Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten

Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

  • Lichaamscellen: 



  • alle lichaamscellen bevatten 
  • een celkern, deze regelen
  • alles in de cel
  • bevatten chromosomen
  • Chromosomen -> DNA->
  • bevat erfelijke informatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Erfelijke informatie
Elke celkern van elke lichaamscel bevat 46 chromosomen (23 paar).
Jij bent een organisme

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Chromosomen
Lange dunne draden

Bestaan voor een groot deel uit DNA

Bevat complete erfelijke informatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Celdeling
Jouw hele lichaam is begonnen bij één enkele bevruchte eicel.

Door celdeling ontstaan nieuwe cellen uit de bevruchte eicel.
 
De chromosomen worden bij elke celdeling van te voren gekopieerd.
met 23 chromosomen van vader
met 23 chromosomen van moeder

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zo gaat de celdeling:
1 moedercel 🡪 2 identieke dochtercellen
Alles wordt gekopieerd en chromosomen worden eerlijk verdeeld.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Genotype
Genotype is de erfelijke informatie voor alle (duizenden) eigenschappen. Voor één eigenschap (één gen) heb je een paar stukjes DNA nodig.
Erfelijk= doorgegeven van je ouders
Je kunt je genotype niet veranderen!

Het genotype ontstaat op moment van bevruchting: de chromosomen van vader en moeder versmelten in één bevruchte eicel.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fenotype
Fenotype= alle eigenschappen van een orgamisme zowel zichtbare ( bv. oogkleur), maar ook onzichtbare ( je bloeddruk of bouw).
Fenotype wordt bepaald 
door: genotype, leefstijl en 
omgeving

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

Erfelijkheid: Vorming van geslachtscellen
Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen heb je van je moeder?
A
46
B
23
C
22
D
45

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Het fenotype is ...
A
Alleen erfelijk
B
Erfelijk, leefstijl en invloeden uit de omgeving
C
Alleen de invloeden uit de omgeving

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het genotype?
A
Alle eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk: 
Lezen BS 5.1 Genotype en fenotype
en maken opdrachten: 1, 2, 3, 5, 6, 7

Klaar? Vraag een nakijkboek


Slide 17 - Slide

This item has no instructions