Lijdend voorwerp les 4

Vandaag
Herhaling zinnen ontleden tot en met het lijdend voorwerp.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
Herhaling zinnen ontleden tot en met het lijdend voorwerp.

Slide 1 - Slide

Stappenplan ontleden
1. Zoek de persoonsvorm (tijdproef)
2. zinsdelen
3. wg (alle werkwoorden in een zin: ook de woorden 'te' en 'aan het')
4. ow (wie of wat + wg)
5. lv (wie of wat + wg + o)
6. mv
7. bwb

Slide 2 - Slide

Oefening
Schrijf de zin over en ontleed hem volgens het stappenplan t/m lijdend voorwerp.



Tot ieders verbazing versloeg Nadal de nummer 7 van de wereld.

Slide 3 - Slide

Oefening
Tot ieders verbazing /versloeg /Nadal /de nummer 7 van de wereld.
pv = versloeg
wg = versloeg
o = Nadal
lv = de nummer 7 van de wereld.

Slide 4 - Slide

Volgende maand brengt Racoon een nieuw album uit. Lijden voorwerp?

Slide 5 - Mind map

Al vele jaren produceert dit bedrijf zeer betrouwbare fietsen. Lijdend voorwerp?

Slide 6 - Mind map

Aan de slag
1.bespreken par. 7 opdr. 2,3,5,6 (p1a) > zie nakijkblad
2.oefenen Cambiumned lijdend voorwerp
3. mk. werkblad t/m lv = huiswerk

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

 opdracht
Ontleed de volgende zinnen t/m lijdend voorwerp
1. Binnen afzienbare tijd zal Rusland een raket naar de maan lanceren.
2.Naast vissen kunnen haaien vogels en zeezoogdieren eten.
3. Heeft de uitvinder octrooi aangevraagd voor zijn geneesmiddel?
4. De toeristen hebben vanaf Utrecht een tocht gemaakt in een stoomtrein.

Slide 9 - Slide

nakijken
1. Binnen afzienbare tijd /zal/ Rusland/ een raket naar de maan/ lanceren.
pv = zal
wg = zal lanceren
o = Rusland
lv = een raket naar de maan

Slide 10 - Slide

nakijken
2.Naast vissen /kunnen/ haaien /vogels en zeezoogdieren /eten.
pv = kunnen
wg = kunnen eten
o = haaien
lv = vogels en zeezoogdieren

Slide 11 - Slide

nakijken
3. Heeft /de uitvinder/ octrooi /aangevraagd /voor zijn geneesmiddel?
pv = heeft
wg =  heeft aangevraagd
o = de uitvinder
lv = octrooi

Slide 12 - Slide

nakijken
4. De toeristen /hebben /vanaf Utrecht/ een tocht /gemaakt/ in een stoomtrein.
pv = hebben
wg =  hebben gemaakt
o = de toeristen
lv = een tocht

Slide 13 - Slide

Huiswerk voor de volgende les
1. oefentoets1zinsdelen lv: zie bij bronnen It's learning
2. lezen theorie 148
Morgen: meewerkend voorwerp

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link