Les 9.1 - Arbeid les 2

§4.2 Arbeid

Lesplanning:

1. Klassikaal:
   - opfrissen kennis over arbeid
   - uitleg arbeid in een F,s-diagram
   
2. Afronden opgaven §4.2
3. Afsluiting: opdracht whiteboard

In formules staat de letter 's' voor:

1. snelheid
2. kracht
3. tijd
4. afstand

Tegenwerkende krachten leveren ...

1. arbeid
2. negatieve arbeid
3. snelheid
4. negatieve snelheid

Als de meewerkende krachten en de tegenwerkende krachten aan elkaar gelijk zijn dan ...

1. is er een versnelling.
2. is er een vertraging.
3. blijft de snelheid constant.
4. staat het voorwerp stil.

In de formule
W = F x s
staat de 'W' voor...

1. stopkracht
2. afstand
3. snelheid
4. arbeid

Wat is de eenheid van Arbeid

1. N
2. Nm
3. J
4. W

Je houdt een tas van 5,0 kg 50 cm boven de grond vast gedurende 2,0 s. Hoe groot is de arbeid die je verricht?

1. 98 J
2. 2,5 J
3. 2,5·10¹ J
4. 0 J

Een automotor levert een arbeid van 2,5 MJ. De motorkracht is 5000 N. Bereken over welke afstand de motor de kracht heeft geleverd.

1. 500 m
2. 2,0 km
3. 12,5 km
4. 500 km

F,s-diagram

• W = F * s 
• Oppervlakte onder de grafiek is gelijk aan de arbeid.

Aan de slag

In je schrift maken en nakijken

§4.2 opgave (19), 20 t/m 23

Vraag 20d bespreken we straks klassikaal.

Opgave 20d

Hoever moet Dirk de veer uitrekken om 1000 J arbeid te verrichten?

F	100	200
s	0,4	0,8

W = F * s / 2

F = 250 * s

W = 250 * s * s / 2

1000 = 250 * s^2 / 2

s = 2,83 m

Opdracht arbeid op school (p. 136)

•  Open je boek op p.136
• Noteer alle stappen (meetresultaten, berekeningen
  en uitleg) op een toetsblaadje.
• Lever de uitwerkingen (voorspelling, resultaten,
  berekeningen en antwoorden op de vragen)
  aan het einde van de les in.

§4.2 Arbeid

Aan het einde van deze paragraaf kan je...

• uitleggen in welke situaties een kracht arbeid verricht;
• uitleggen in welke situaties de arbeid positief of negatief is;
• rekenen met W = F × s;
• de arbeid in een F,s-diagram berekenen.

Whiteboard

• Maak een tekening van de situatie hiernaast. 
• Teken alle krachten die op de stoel werken op schaal. 
• Geef aan hoeveel arbeid de verschillende krachten verrichten.

Een stoel (25kg) wordt met een constante snelheid over een afstand van 2,0 m verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig.

Een auto rijdt uit stilstand
weg bij een stoplicht.
Wordt hier arbeid verricht?

1. Ja
2. Nee

Als een steen omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:

1. positief
2. negatief
3. 0

Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig.
Bereken de arbeid die de spieren toevoegen om de stoel
2,0 m te verschuiven

1. 50 J
2. 50Nm
3. 360Nm
4. 4500Nm

In welke van onderstaande situaties wordt wél arbeid verricht?

1. Armpje drukken tussen twee even sterke mensen
2. Je duwt tegen een muur in je huis
3. Je gaat met de roltrap naar boven