This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oefentoets Thema 1 Kader
Planten en dieren
Heel veel succes!
Slide 1 - Slide
Deel A
In dit deel moet je de vragen met juist of onjuist beantwoorden.
Slide 2 - Slide
1) Een organisme is een levend wezen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
2) Als een boom elk jaar zwaarder wordt, noem je dat ontwikkeling.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
4) Een stilzittende, bijna niet ademende sprinkhaan is dood.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
5) Een bruine boon kan snel water opnemen door het poortje.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
8) In de levenscyclus van een bruine boon komen als stadia onder andere kiemplant en volwassen plant voor. In het stadium van de kiemplant ontstaan de zaadlobben.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
9) In de levenscyclus van een bruine boon komen als stadia onder andere kiemplant en volwassen plant voor. In het stadium van de volwassen plant kunnen er zich zaden aan de plant ontwikkelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
11) Voor fotosynthese is zuurstof nodig.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
12) Bij landdieren zijn er meer soorten met een gestroomlijnde lichaamsvorm dan bij waterdieren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
13) Zangvogels die zaden eten, hebben meestal een kegelsnavel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
14) De egel uit afbeelding 1 is een zoolganger.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
15) Kinderen krijgen hoort bij het levenskenmerk voortplanten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Deel B
In dit deel moet je de meerkeuze vragen met A, B, C of D beantwoorden.
Slide 14 - Slide
In deze afbeelding is een houten kast getekend.
16) Is deze houten kast levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 15 - Quiz
In deze afbeelding is een bronzen standbeeld getekend.
17) Is dit standbeeld levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 16 - Quiz
18) Stelling 1: De zon is een organisme. Stelling 2: Een stuk ijzer is een organisme.
A
Alleen stelling 1 is juist.
B
Alleen stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.
Slide 17 - Quiz
In deze afbeelding zie je een volwassen merel die een spartelende worm voert aan zijn jongen.
19) Welk organisme of welke organismen in deze afbeelding vertoont/vertonen levenskenmerken?
A
Alleen de volwassen merel en de worm.
B
Alleen de volwassen merel en de mereljongen.
C
De volwassen merel, de mereljongen en de worm.
Slide 18 - Quiz
In deze afbeelding is een bruine boon getekend.
20) Met welk nummer is de navel aangegeven?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 19 - Quiz
In deze afbeelding is een bruine boon getekend.
21) Met welk nummer is het deel aangegeven waar reservevoedsel zit?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 20 - Quiz
In deze afbeelding is een bruine boon getekend.
22) Uit welk van de genummerde delen in de afbeelding kan een nieuwe plant ontstaan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 21 - Quiz
In deze afbeelding is een groente getekend.
23) Als je deze groente eet, welke delen van een plant eet je dan?
A
Bladeren.
B
Stengels
C
Vruchten
D
Wortels
Slide 22 - Quiz
Een cactus heeft stekels. Daarmee is hij aangepast aan zijn omgeving. 27) Waar is deze aanpassing voor?
A
Beweging
B
Voeding
C
Verdediging
D
Voortplanting
Slide 23 - Quiz
Klaar!
Goed gedaan, jij bent helemaal klaar met de toets. Vergeet niet om op "inleveren" te klikken in LessonUp!