Biologische landbouw in Oostenrijk versus Nederland

Biologische landbouw in Oostenrijk versus Nederland
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Biologische landbouw in Oostenrijk versus Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen waarom biologische landbouw in Oostenrijk meer voorkomt dan in Nederland en waarom het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) verschillend is.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les. Leg uit waarom het belangrijk is om dit te begrijpen.
Wat weet je al over biologische landbouw in Oostenrijk en Nederland?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is biologische landbouw?
Biologische landbouw is een methode waarbij gewassen en dieren op een natuurlijke manier worden verbouwd en gehouden, zonder het gebruik van synthetische pesticiden en meststoffen.

Slide 4 - Slide

Definieer biologische landbouw en leg uit waarom dit belangrijk is voor de vergelijking tussen Oostenrijk en Nederland.
Biologische landbouw in Oostenrijk
In Oostenrijk is ongeveer 24% van de landbouwgrond biologisch gecertificeerd. Dit is het hoogste percentage van alle Europese landen.

Slide 5 - Slide

Vergelijk het percentage biologisch gecertificeerde landbouwgrond in Oostenrijk met andere Europese landen. Vraag de studenten waarom ze denken dat dit percentage zo hoog is.
Biologische landbouw in Nederland
In Nederland is ongeveer 3,7% van de landbouwgrond biologisch gecertificeerd. Dit is een van de laagste percentages van alle Europese landen.

Slide 6 - Slide

Vergelijk het percentage biologisch gecertificeerde landbouwgrond in Nederland met andere Europese landen. Vraag de studenten waarom ze denken dat dit percentage zo laag is.
Waarom verschilt het Europese GLB?
Het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is gebaseerd op regels en richtlijnen die gelden voor alle Europese landen. Omdat biologische landbouw in Oostenrijk meer voorkomt dan in Nederland, zijn er verschillende GLB-regels die van toepassing zijn op elk land.

Slide 7 - Slide

Leg uit wat het Europese GLB is en waarom het verschillend is voor Oostenrijk en Nederland. Vraag de studenten om enkele voorbeelden te geven van verschillen in het GLB voor biologische landbouw.
Voordelen van biologische landbouw
Biologische landbouw heeft voordelen voor het milieu, dierenwelzijn en de gezondheid van consumenten. Het kan ook bijdragen aan de ontwikkeling van lokale gemeenschappen en de economie.

Slide 8 - Slide

Benadruk de voordelen van biologische landbouw en vraag de studenten om voorbeelden te geven van hoe biologische landbouw kan bijdragen aan de ontwikkeling van lokale gemeenschappen en economieën.
Discussie
Wat denk je dat Nederland kan doen om meer biologische landbouw te bevorderen? Wat zijn de uitdagingen voor de groei van biologische landbouw in Oostenrijk?

Slide 9 - Slide

Gebruik deze dia om een ​​discussie te starten en studenten aan te moedigen om na te denken over manieren om biologische landbouw te bevorderen. Moedig studenten aan om hun eigen ideeën te delen en te luisteren naar de ideeën van anderen.
Samenvatting
In deze les hebben we geleerd waarom biologische landbouw in Oostenrijk meer voorkomt dan in Nederland en waarom het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) verschillend is. We hebben ook de voordelen van biologische landbouw besproken en manieren besproken om biologische landbouw te bevorderen.

Slide 10 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de studenten om vragen te stellen als iets niet duidelijk is.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.