Formuleren H2, vwo 1 - les 2

Welkom!
Pak je leesboek.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak je leesboek.

Slide 1 - Slide

Vandaag: Formuleren H2
Verwijzen naar de- en het-woorden

Planning:
Herhalen theorie
Bespreken huiswerk
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na deze les weet je: 
- Wat verwijswoorden zijn
- Hoe je verwijswoorden op de goede manier gebruikt

Slide 3 - Slide

Theorie
Verwijzen naar de- en het-woorden

Slide 4 - Slide

De-woorden
mannelijk
of
vrouwelijk



Verwijzen met die of deze

Slide 5 - Slide

Het-woorden
Onzijdig




Verwijzen met dit of dat

Slide 6 - Slide

Verwijzen naar de- of het-woorden
Een zelfstandig naamwoord is een de- of het-woord. De-woorden zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v) en het-woorden (o) zijn onzijdig. Dit noem je het woordgeslacht. Om te weten of een de-woord mannelijk of vrouwelijk is, kun je dat het beste opzoeken in een woordenboek. 
Als je verwijst naar de-woorden (m of v), gebruik je deze of die
Als je verwijst naar het-woorden (o), gebruik je dit of dat

Slide 7 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 - ik geef willekeurig mensen de beurt

Slide 8 - Slide

Opdracht 1
aanklacht - v(m) → de
alibi - o → het
beenmerg - o → het
carrière - v(m) → de
dageraad - m → de
element - o → het
gehemelte - o → het
justitie - v → de
natuurreservaat - o → het
perspectief - o en m → het en de
sarcofaag - m → de
signaal - o → het
wijngaard - m → de

Slide 9 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 2 - ik geef willekeurig mensen de beurt

Slide 10 - Slide

Opdracht 2
1 die
2 dat
3 die
4 dat
5 dat
6 deze
7 dat

Slide 11 - Slide

Aan de slag

Blz. 62-63

- Lees de theorie nog even als dat nodig is.

- Maak opdracht 3. Deze bespreken we zo


Klaar? Maak alvast opdracht 4 (huiswerk). 

Slide 12 - Slide

Opdracht 3
1 dat
2 die / deze
3 dat
4 dat
5 die
6 dat
7 die

Slide 13 - Slide