Welzijn, Kind en jongere blok 1 Ontwikkeling van kinderen

blok 1
Ontwikkeling van kinderen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

blok 1
Ontwikkeling van kinderen

Slide 1 - Slide

lesdoelen blok 1
  • Je kunt de ontwikkelingsfasen bij kinderen van 0 tot 12 jaar benoemen
  • Je kunt de begrippen lichamelijke, geestelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen hoe de volgende leeftijdsgroepen zich ontwikkelen op lichamelijk, geestelijk en sociaal-emotioneel gebied: 
  1. baby's
  2. peuters
  3. kleuters

  • Je kunt een activiteit kiezen die past bij de ontwikkelingsfase van kinderen




Slide 2 - Slide

lichamelijke, geestelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling.
In alle levensfasen ontwikkelen kinderen zich op verschillende gebieden, lichamelijk,
geestelijk en sociaal-emotioneel.
Wisselwerking
De lichamelijke, geestelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling hebben invloed op
elkaar. Bijvoorbeeld door te gaan kruipen (lichamelijke ontwikkeling) ontdekt de baby
meer van de wereld om zich heen (geestelijke ontwikkeling).
Als er problemen zijn bij de ontwikkeling van het ene gebied, is dit van invloed op de
ontwikkeling van een ander gebied.



Slide 3 - Slide

Lichamelijke ontwikkeling

Dit gaat over de ontwikkeling van het lichaam: de groei, de toename van het gewicht, de ontwikkeling van het gebit. Hierbij hoort ook de ontwikkeling van de motoriek: het leren beheersen van bewegingen

Geestelijke ontwikkeling
De geestelijke ontwikkeling is de ontwikkeling
van het verstand. Het gaat bij de geestelijke
ontwikkeling om het krijgen van kennis
(weten) en het krijgen van inzicht (begrijpen)
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Dit gaat over het leren omgaan met anderen in je omgeving (sociale ontwikkeling) en leren omgaan met je eigen gevoelens (emotionele ontwikkeling). Deze ontwikkelingen hebben veel met elkaar te maken.
Daarom worden ze meestal samen genoemd in één begrip: de sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 4 - Slide

Geef een voorbeeld uit je eigen ervaring waarbij lichamelijke, geestelijke en sociaal-emotionele aspecten elkaar beïnvloeden

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Voor wie is de kinderopvang bedoeld?
A
Voor kinderen van 2 tot 4 jaar met een taalachterstand
B
Voor kinderen van ouders die die willen dat hun kind bij iemand thuis opgevangen wordt
C
Voor schoolgaande kinderen tussen 4 en 13 jaar
D
Voor kinderen van 0 tot 4 jaar met werkende ouders

Slide 7 - Quiz

Vorm van kinderopvang voor kinderen van 0 t/m 4 jaar
A
Kinderdagverblijf
B
Peuterspeelzaal
C
BSO
D
Gastouder

Slide 8 - Quiz

Soms betaalt de Belastingdienst een deel van de kinderopvangkosten.
Dit heet:
A
kindgebondenbudget
B
kinderopvangtoeslag
C
kinderbijslag

Slide 9 - Quiz

Wat is de belangrijkste reden om een vaste dagindeling te hebben in de kinderopvang
A
Dit biedt kinderen houvast en duidelijkheid
B
Dit biedt duidelijkheid voor de ouders
C
Dit biedt overzicht voor de leidsters
D
Dit beidt overzicht voor nieuwe werknemers

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je een medewerker in de kinderopvang?
A
Juf
B
Pedagogisch medewerker
C
Docent
D
Begeleider

Slide 11 - Quiz

Voor en na schooltijd kunnen kinderen naar ...
A
kinderopvang
B
BSO
C
huiswerkklas
D
gastouder

Slide 12 - Quiz

Met welke leeftijdscategorie krijg je te maken in de kinderopvang?
A
0 t/m 12 jaar
B
0 t/m 4 jaar
C
1 t/m 4 jaar
D
0 t/m 16 jaar

Slide 13 - Quiz

Kinderen kunnen het hele jaar terecht bij een kinderopvang, ook tijdens schoolvakanties.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 16 - Drag question

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 17 - Drag question

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 18 - Drag question

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 19 - Drag question

sociaal
lichamelijk
Geestelijk
Covid
depressie
verlegenheid
eenzaamheid
ruzie
Burn-out
Down syndroom
Multiple Sclerose (MS)
diabetes
Parkinson

Slide 20 - Drag question

Wat betekent het als een baby eenkennig wordt
A
dat de baby een achterstand heeft in zijn sociale ontwikkeling
B
dat de baby gaat huilen als een vreemde aandacht aan hem geeft
C
dat de baby alleen huilt of moet lachen bij een persoon
D
dat de baby zijn gezinsleden niet meer herkent

Slide 21 - Quiz

De volgorde waarin baby's zich lichamelijk ontwikkelen, is vaak hetzelfde. Het tempo waarin ze dit doen kan wel erg verschillen..
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Een voorbeeld van de ontwikkeling van de fijne motoriek van de baby is:
A
Een lepeltje naar de mond brengen
B
Voor het eerst rechtop zitten
C
Gaan kruipen
D
Zich om kan rollen

Slide 23 - Quiz

Waarom is het van belang om geen klein speelgoed te kopen voor een baby ?
A
Een baby kan minder goed spelen met een klein speelgoed.
B
Een baby ziet een kleine speelgoed minder goed.
C
Een baby kan hiermee de fijne motoriek ontwikkelen.
D
Een baby leert door alles in de mond te stoppen. Een kleine speelgoed is dan levensgevaarlijk, want de baby kan stikken hierdoor.

Slide 24 - Quiz

Welke zin geeft een voorbeeld van de sociale ontwikkeling van een baby?
A
Begrijpt bij het zien van de fles dat hij een voeding krijgt
B
Kan speelgoed met duim en wijsvinger vastpakken
C
Gaat huilen als hij een vreemde ziet
D
Weegt bij 1 jaar 3X het geboortegewicht

Slide 25 - Quiz

Bij welke ontwikkeling hoor het als een baby z'n eerste woordje zegt?
A
Sociale ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling
D
Geestelijke ontwikkeling

Slide 26 - Quiz

een baby zgt zijn 1e woordjes, bij welke ontwikkeling hoort dit?
A
Geestelijke ontwikkeling
B
lichamelijke ontwikkeling
C
motorische ontwikkeling
D
sociale ontwikkeling.

Slide 27 - Quiz

Welke zin geeft een voorbeeld van de sociale ontwikkeling van een baby?
A
Begrijpt bij het zien van de fles dat hij een voeding krijgt.
B
Kan een speelgoed met duim en wijsvinger vastpakken
C
Gaat huilen als hij een vreemde ziet
D
d) Is bij zijn eerste verjaardag ongeveer drie maal zijn geboortegewicht

Slide 28 - Quiz

Hoe ziet de sociale ontwikkeling van een baby eruit?

A
In het begin is een baby nog passief met zijn omgeving en begint later te communiceren door te brabbelen.
B
Een baby begint na de geboorte te communiceren met zijn omgeving door te huilen.
C
Sociale ontwikkeling van een baby begint pas na de ontwikkeling van de grove motoriek.
D
Een baby wil nog geen contact hebben met zijn omgeving.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video