Herhaling H1 - ionen/zouten

H1 Stoffen en deeltjes

HERHALING
§1.4 Enkelvoudige ionen
§1.5 Samengestelde ionen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en deeltjes

HERHALING
§1.4 Enkelvoudige ionen
§1.5 Samengestelde ionen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Onderscheid kunnen maken tussen een metaal, zout en moleculaire stof op microniveau.
  • Je weet wat een enkelvoudige ion is en kent de formules van de belangrijkste ionen.
  • Je weet wat samengestelde ionen zijn en kent kent tabel 6 (beide kanten op). 
  • Je kunt verhoudingsformules opstellen.

Slide 2 - Slide

Wat is een enkelvoudig-ion?

Slide 3 - Slide

Wat is een enkelvoudig-ion?
Een ion is niets anders dan een geladen atoom.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe krijgt een atoom een lading? Wat gebeurt er dan?

Slide 6 - Slide

Hoe krijgt een atoom een lading? Wat gebeurt er dan?

Een atoom kan alleen een lading krijgen doordat er elektronen bijkomen of weggaan. 
Als ze erbij komen, dan wordt het een negatief ion. O2-
Als ze weggaan, dan wordt het een positief ion. Al3+

Slide 7 - Slide

Wat is een samengesteld-ion?

Slide 8 - Slide

Wat is een samengesteld-ion?
Een samengesteld-ion bestaat altijd uit 2 of meerdere atoomsoorten en heeft dus een gezamenlijke lading. 

De volgende 7 samengestelde ionen moet je kennen!!!


Slide 9 - Slide

Zeven samengestelde ionen

Slide 10 - Slide

ion ladingen

Slide 11 - Slide

Wat is een zout?

Slide 12 - Slide

Wat is een zout?

Bestaat uit positieve (meestal metaalionen) en negatieve niet-metaalionen

bijvoorbeeld calciumbromide
  • eerst metaal ion 
  • tweede niet-metaalion 
  • de verhoudingsformule 

Ca2+
Br
CaBr2
Zouten zijn altijd vast bij kamertemperatuur.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op?


  1. Schrijf de naam van het zout op.
  2. Schrijf de ionen met ladingen in symbolen eronder.
  3. Zet de verhouding van de ladingen eronder, zodat het samen 0 is.
  4. Schrijf de verhoudingsformule op. 

Slide 18 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?


1. magnesiumbromide
2. 
3.   1         :      2
4. 
5. 
Mg2+
Br
(Mg2+)1(Br)2
MgBr2(s)

Slide 19 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?


1. aluminiumchloride

Slide 20 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. aluminiumchloride
2. 

Al3+
Cl

Slide 21 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. aluminiumchloride
2. 
3.   1         :          3

Al3+
Cl

Slide 22 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. aluminiumchloride
2. 
3.   1         :           3
4. 
Al3+
Cl
(Al3+)1(Cl)3

Slide 23 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. aluminiumchloride
2. 
3.   1         :           3
4. 
5.
Al3+
Cl
(Al3+)1(Cl)3
AlCl3(s)

Slide 24 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. ijzer(III)oxide

Slide 25 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. ijzer(III)oxide
2.

Fe3+
O2

Slide 26 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. ijzer(III)oxide
2.
3. 2      :     3

Fe3+
O2

Slide 27 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. ijzer(III)oxide
2.
3. 2      :     3
4.
Fe3+
O2
(Fe3+)2(O2)3

Slide 28 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van enkelvoudige-ionen?

Voorbeeld





1. ijzer(III)oxide
2.
3. 2      :     3
4.
5. 
Fe3+
O2
(Fe3+)2(O2)3
Fe2O3(s)

Slide 29 - Slide

Hoe stel je een zoutformule op van samengestelde-ionen?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Dit zout bestaat uit twee samengestelde ionen:



    3                :                  1



NH4+
PO43
(NH4+)3PO43
(NH4)3PO4

Slide 32 - Slide

Wat is de lading van het chroom-ion in het zout:



CrCl3
1. Bestaat uit chroom-ion en chloride-ion
2. Cr??  en
3.  ....       :       3
    .....       :       3 x 1 = 3-
dus moet Cr wel 3+ zijn .. anders is de netto lading niet gelijk aan 0.

 
Cl

Slide 33 - Slide