Lezen H4-5-6

Welkom!
  • Neem plaats, leg je spullen op tafel en je tas op de grond.
  • Pak je leesboek en ga even lezen tot ik de les start.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!
  • Neem plaats, leg je spullen op tafel en je tas op de grond.
  • Pak je leesboek en ga even lezen tot ik de les start.

Slide 1 - Slide

Mededelingen en programma
  • De grammaticatoets is vooralsnog verplaatst naar volgende week maandag.
  • Woensdag gaat de les helaas niet door.
  • Over de gemaakte oefentoets en voorbereiding toets grammatica.

Slide 2 - Slide

Lezen H4-6
We gaan verder met het onderwerp lezen, dit keer hoofdstuk 4-6. Dit is aanvullend op wat je al gehad hebt (H1-3).

Nieuwe theorie: tekstverbanden.
Tekstverbanden zijn namen voor samenhang binnen zinnen, alinea's en teksten. Elk tekstverband heeft zijn eigen signaalwoorden. Verbanden en signaalwoorden helpen je om goed te begrijpen wat er nu eigenlijk gezegd wordt. Ze zijn in zowel jaar 1, 2 en 3 één van de belangrijkste dingen die je leert voor lezen.

Om de toets goed te maken, moet je de signaalwoorden en verbanden goed leren, oftewel stampen.

Slide 3 - Slide

Lezen H4-6
De tekstverbanden die je moet leren:

  • Chronologisch verband: laat in tekst zien dat gebeurtenissen op volgorde van tijd beschreven worden.
  • Opsommend verband: laat in tekst zien dat er zaken (achter elkaar) worden benoemd/opgesomd.
  • Tegenstelling verband: laat in tekst zien dat er dingen tegenovergesteld aan elkaar zijn.
  • Toelichtend verband: geeft in tekst aan dat er een uitleg is, vaak met een voorbeeld.

Slide 4 - Slide

Lezen H4-6
Naast tekstverbanden moet je ook tekstdoelen leren. Er zijn er vier die je moet kennen (AAIO):
  • Amuseren (vermaken): cartoons, strips, moppen, korte verhalen.
  • Informeren: instructies, gebruiksaanwijzingen, studieboeken, (kranten)artikelen, verslagen, nieuwsberichten.
  • Overtuigen (veranderen van je mening): columns, pamfletten, verkiezingsprogramma's, betoog, recensies.
  • Activeren (veranderen van je gedrag): reclamefolders, advertenties, uitnodigingen, flyer, posters, oproepen.

Slide 5 - Slide

Lezen H4-6
Tot slot moet je de doelen van illustraties kennen:
  • de tekst verfraaien (mooier maken). Denk aan kinderboeken bijvoorbeeld.
  • de aandacht trekken. Denk bijvoorbeeld aan foto's op de voorpagina van kranten.
  • verduidelijken. Denk hierbij aan infographics, die geven extra uitleg.
  • aanvullen. Denk aan een (land)kaart die laat zien waar een plaats ligt.

Slide 6 - Slide

Lezen H4-6

Neem 10 minuten op de tekstverbanden op pagina 102 te leren. Overhoor elkaar.




Slide 7 - Slide

Lezen H4-6
Maak nu opdracht 1 op blz. 103. Vraag 2 en 10 mag je overslaan.

Denk aan wat je geleerd hebt bij H1-3: de leesstrategieën oriënterend, globaal, zoekend en intensief en het vinden van definities/omschrijvingen.

Je hebt 10 minuten. Daarna kijken we de opdracht samen na.

Slide 8 - Slide

Lezen H4-6
Antwoorden:
  1. iemand (Maikel van Hoof) met een extreme hobby
  2. n.v.t.
  3. en (2x)
  4. (1) Hij maakt een praatje met Hans van Tol, de eigenaar van de Turbopolyp. (2) Hij koopt tien penningen. (3) Hij neemt plaats in de gondel. (4) Hij maakt de beugel vast.
  5. (1) eerst; (2) Daarna; (3) vervolgens; (4) tot slot
  6. de Turbopolyp, de Booster Maxxx en de Autoscooter (alinea 3)
  7. Hij bedoelt met ‘spektakel’ een bijzondere of indrukwekkende show.
  8. tegenstelling
  9. … dat was niet zo. / dat bleek helemaal niet waar te zijn.

Slide 9 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk: leren stof grammatica voor de toets, maken opdracht 2 op blz. 104 en opdracht 5 op blz. 106.
  • Moeite met grammatica? Kom naar (V)SWT's.
  • Je weet nu wat tekstverbanden zijn en je hebt vier soorten en de bijbehorende signaalwoorden geleerd.
  • Je hebt kennisgemaakt met de vier tekstdoelen en de vier doelen van illustraties.

Tot volgende week!

Slide 10 - Slide