16.1 Aangeboren afweer 5V 2324

1 / 49
next
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.1 Geen indringers

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis V3

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe word je ziek?
MICRO-ORGANISMEN:
Bacteriën - kunnen giftige stoffen afgeven en ontstekingen veroorzaken (bv longontsteking, ontstoken wondje)
Schimmels - kunnen ook giftige stoffen afgeven
Virussen - dringen cellen binnen. 
Daar vermeerderen ze zichzelf -> 
Cel vol met virus gaat stuk -> griep, Corona
Doel: je kunt uitleggen waardoor je ziek wordt. 
3 VWO

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

0

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Hoe herkent je lichaam ziekteverwekkers?
Alle cellen hebben eiwitten op het celmembraan = antigenen

Je lichaam herkent welke van jou zijn (lichaamseigen) en welke dus niet (lichaamsvreemd). 
3 VWO

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers? Type 1
Twee soorten witte bloedcellen:
Type 1 - neemt bacterien op en verteert ze (ook wel vreetcellen genoemd) -> afb. hiernaast 


Doel: je kunt uitleggen hoe je lichaam ziekteverwekkers kan bestrijden.
3 VWO

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Afweer
3 VWO

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Antistoffen
Witte bloedcellen maken antistoffen (eiwitten)
  • Maken ziekteverwekker onschadelijk
  • Eén type antistof voor één type antigeen
  • Lichaam moet veel verschillende antistoffen hebben

3 VWO

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zoveel soorten antigenen en antistoffen
Ieder soort bacterie of ziekteverwekker heeft een uniek type antigeen (herkenningseiwit).

Dat betekent dat voor ieder type antigeen een apart soort antistof gemaakt moet worden.

(sleutel-slot principe)
3 VWO

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Doel 16.1
  • Je beschrijft de bescherming van het inwendige milieu van je lichaam tegen ziekteverwekkers en de bescherming tegen uv-straling door de huid.

  • Je herkent afweermechanismen bij planten.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eerste verdedigingslinie
Fysieke bescherming:
  • Mechanische bescherming (fysieke barriere)
  • Chemische bescherming (gifstof, lokstof)

Tegen schadelijke invloeden zoals zonlicht, ziekteverwekkers, vraat.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Mechanische afweer 
Dekweefsel beschermt het interne milieu tegen schadelijke invloeden van het externe milieu.
Bij de mens zijn veel organen deels bekleed met dekweefsel.
Bij dieren heeft de vacht ook een beschermende functie, planten hebben soms stekels/ doornen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Op welke plekken/ organen is sprake van dekweefsel bij de mens? benoem de binastabel

Slide 16 - Open question

huid, bekleding ademhalingsstelsel, bekleding verteringsstelsel, bekleding urinewegen, bekleding vagina

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opperhuid
Hoornlaag: laag dode huidcellen, dicht op elkaar.
Vernieuwt zich steeds vanuit de basale cellenlaag.

Beschermt tegen uitdroging, ziekteverwekkers (te droog/ te dicht opeen) en UV licht.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

UV licht: 
Melanocyten maken
pigment (melanine)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Melanocyten krijgen uitlopers en dragen pigment over aan keratinocyten (melano-somen)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Melanine (pigment) hoopt zich op rond celkernen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Melanine (pigment) absorbeert UV licht en voorkomt DNA schade

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slijmvliezen
De bekleding van organen (spijsverteringskanaal, urinewegen, longen enz) bestaat uit slijmvliezen: dekweefsel met slijmbekercellen.
Slijmbekercellen produceren
slijm, vaak met anti-bacteriele 
stoffen.
Chemische afweer.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Opdrachten 1 t/m 5

Morgen bespreken: 
Opdracht 4: Casus Melanomen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.1 Geen indringers

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Doel 16.1
  • Je beschrijft de bescherming van het inwendige milieu van je lichaam tegen ziekteverwekkers en de bescherming tegen uv-straling door de huid.

  • Je herkent afweermechanismen bij planten.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Casus Opdracht 4:
Licht toe welke huidlaag cellen van een melanoom bereiken als ze uitzaaien.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Casus Opdracht 4:
Licht toe dat melanomen heel zelden voor de puberteit voorkomen.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Casus Planten en afweer
Tussen veel planten- en insectensoorten bestaat een nauwe relatie. Zo legt het vrouwtje van de vlinder oranjetipje (Anthocharis cardamines) haar eitjes alleen op pinksterbloemen (Cardamine pratensis). Pinksterbloemen maken bittere stoffen zoals glucosinolaten om vraat te vermijden. De rupsen van het oranjetipje leven echter prima van de pinksterbloemen.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

A - Noteer een voordeel en een nadeel voor de rupsen van het oranjetipje om te leven van pinksterbloemen.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 9 (leerdoelen 1 en 2)
Toon alle antwoorden
Casus Planten en afweer
Tussen veel planten- en insectensoorten bestaat een nauwe relatie. Zo legt het vrouwtje van de vlinder oranjetipje (Anthocharis cardamines) haar eitjes alleen op pinksterbloemen (Cardamine pratensis). Pinksterbloemen maken bittere stoffen zoals glucosinolaten om vraat te vermijden. De rupsen van het oranjetipje leven echter prima van de pinksterbloemen.
A
Noteer een voordeel en een nadeel voor de rupsen van het oranjetipje om te leven van pinksterbloemen.

Ω






Juiste antwoord
Voordeel: zij zijn de enige dieren die de plant eten, geen concurrentie.
Nadeel: zij zijn afhankelijk van die ene soort plant. Verdwijnt die plant, dan is er geen eten.
Vergelijk je antwoord met het juiste antwoord. Jouw antwoord is:
Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea) is een giftige plant. Zebrarupsen zijn ongevoelig voor de gifstoffen daarvan. Zij doen er zelfs hun voordeel mee.
B
Welk voordeel hebben de rupsen van het Jacobskruiskruid?

Ω




Veel planten kunnen wel gifstoffen maken, maar doen dat pas na een beschadiging.
Wat is het voordeel voor de plant om pas na beschadiging gif te maken?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

F Licht toe wat het risico is als je een blaar doorprikt.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Doel 16.1
  • Je beschrijft de bescherming van het inwendige milieu van je lichaam tegen ziekteverwekkers en de bescherming tegen uv-straling door de huid.

  • Je herkent afweermechanismen bij planten.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Mechanische afweer 
Dekweefsel beschermt het interne milieu tegen schadelijke invloeden van het externe milieu.
Bij de mens zijn veel organen deels bekleed met dekweefsel.
Bij dieren heeft de vacht ook een beschermende functie, planten hebben soms stekels/ doornen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Welke herken je?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Welke herken je?
Braam, distel, roos, vuurdoorn

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Chemische afweer planten
Brandnetel: Mierenzuur – maakt gaatjes in de huid, histamine – verwijdt de bloedvaten, acetylcholine – prikkelt de zenuwen

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Chemische afweer planten
Reuzen berenklauw: Furocoumarine – fototoxische stof
wordt actief onder invloed van zonlicht (brandwonden)

 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Chemische afweer planten
Venijnboom: gifstof taxine
zit in de zaadjes, de besjes zijn wel eetbaar.


 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Waarschuwingsstoffen
Planten waarschuwen elkaar met behulp van waarschuwingsstoffen. Andere planten maken hierdoor beschermende stoffen aan zoals bittere stoffen.
Deze stoffen kunnen op hun beurt ook weer dieren aantrekken: roofvliegen en sluipwespen weten door het vrijkomen van deze stoffen dat er prooidieren op de plant aanwezig zijn (lokstoffen).

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Doel 16.1
  • Je beschrijft de bescherming van het inwendige milieu van je lichaam tegen ziekteverwekkers en de bescherming tegen uv-straling door de huid.

  • Je herkent afweermechanismen bij planten.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

aspecifiek:
Huid en slijmvliezen
aspecifiek:
cellen en complement EW
specifiek:
T-cellen en B-cellen: geheugen!
3 Afweerlinies
aspecifiek=
aangeboren

specifiek=
verworven tijdens je leven

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

BINAS 16.1
BINAS 80B Dekweefsel dierlijk
BINAS 81A Dekweefsel plantaardig
BINAS 82C Spijsverteringsorganen
BINAS 83A Longen
BINAS 87A Huid
BINAS 84J2 Niet specifieke afweer



Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
- Afronden opdrachten 16.1  (1 t/m 9)

- CASUSVRAAG 9 af voor volgende les!


Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Begrippen 16.1
dekweefsel, mechanische afweer, inwendig milieu, uitwendig milieu, hoornlaag, basale cellenlaag, lederhuid, onderhuids vetweefsel, melanocyten, melanine, slijmvlies, biochemische barriere, chemische afweer, lokstoffen

Slide 49 - Slide

This item has no instructions