Paragraaf 5.3

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Paragraaf 5.3

0

Btw-berekenen 

• percentage : 100 x verkoopprijs =  Btw
• Stel de btw bedraagt 21%. De verkoopprijs bedraagt € 10. Bereken de btw.
• 21:100 x € 10 = € 2,10
• Je koopt een brood. De verkoopprijs bedraagt € 1,60. Bereken de btw.
• 9:100 x € 1,60 = € 0,14

Consumentenprijs berekenen (1)

• Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
• Stel de verkoopprijs van een pinkpopkaartje bedraagt € 220 . De btw bedraagt 21%.
• Bereken de consumentenprijs

1. Bereken btw =>                               21 : 100 x € 220 = € 46,20
2. Tel btw op bij  verkoopprijs =>  € 220 + € 46,20 = € 266,20

Meerkeuzevragen!

Wat is de woningmarkt ?

1. De vraag naar woningen
2. De totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen
3. Het totale aanbod van woningen
4. De vraag naar woningen en het aanbod van woningen

Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod ?

"Je oude laptop is te traag geworden en je gaat een nieuwe kopen"

1. Vraag
2. Aanbod

Alles wat een bedrijf doet om meer te verkopen noem je ..

1. Promotie
2. Reclame
3. Adverteren
4. Marketing

Wat is omzet?

1. Afzet x inkoopprijs
2. Inkoopprijs : verkoopprijs
3. Afzet x verkoopprijs
4. Afzet : verkoopprijs

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de verkoopprijs?

1. verkoopprijs = inkoopprijs - opslag
2. verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
3. verkoopprijs = brutowinstopslag - inkoopprijs

Wat is de consumentenprijs?

1. verkoopprijs zonder btw
2. verkoopprijs
3. verkoopprijs met btw
4. inkoopprijs

Inkoopprijs + .... = verkoopprijs

1. btw
2. brutowinst
3. bedrijfskosten
4. nettowinst

is verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?

1. inclusief
2. exclusief

een winkelier ontvangt voor zijn producten:

1. de inkoopprijs inclusief BTW
2. de verkoopprijs exclusief BTW
3. de verkoopprijs inclusief BTW
4. de inkoopprijs exclusief BTW

Hoe bereken je de Brutowinst?

1. nettowinst - bedrijfskosten
2. omzet - inkoopprijs
3. afzet x prijs
4. bedrijfskosten - inkoopprijs

Hoe bereken we de nettowinst?

1. Omzet - bedrijfskosten = nettowinst
2. Omzet - inkoopkosten = nettowinst
3. Brutowinst - bedrijfskosten = nettowinst
4. Brutowinst - inkoopkosten = nettowinst

Brutowinst is €500,- Mijn bedrijfskosten zijn €300,-
Nettowinst = ...

1. €800,-
2. - €200,-
3. €200,-

Aan de slag!

Neem voor je blz. 138.

Je gaat maken paragraaf 5.3