9.2 Goed geregeld

9.2 Goed geregeld
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

9.2 Goed geregeld

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhalen 9.1
Uitleg 9.2 (deel 1)
opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Je rookt elke dag. Je vindt het moeilijk om te stoppen omdat je dan niet meer samen met je vrienden gezellig buiten kunt staan. Op welke manier ben je dan afhankelijk van een genotmiddel?
A
lichamelijk afhankelijk
B
geestelijk afhankelijk
C
sociaal afhankelijk

Slide 3 - Quiz

Welke stof in een sigaret zorgt ervoor dat je conditie omlaag gaat omdat er minder zuurstof vervoerd wordt door je rode bloedcellen?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
COPD

Slide 4 - Quiz

Welke stof in sigaretten vergroot de kans op longkanker?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
COPD

Slide 5 - Quiz

Welke zin klopt niet?
A
door het drinken van alcohol heb je een grotere kans op slokdarmkanker
B
koffie is een stimulerend middel
C
vanaf je 18e mag je alcohol drinken omdat je hersenen dan volledig zijn ontwikkeld
D
blowen is verslavend

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte
  • Je kunt uitleggen wat de lever allemaal doet in je lichaam
  • Je kunt de ligging en de functie van je nieren beschrijven 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke organen houden het interne milieu in stand?

Slide 9 - Slide

Bloedsuikerspiegel
De hoeveelheid glucose in je bloed stijgt door:
  1. Eten met koolhydraten 
  2. Het hormoon glucagon

De hoeveelheid glucose in je bloed daalt door:
  1. Verbranding in lichaamscellen voor energie (beweging bijv.)
  2. Het hormoon insuline

Slide 10 - Slide

Glycogeen
Soms krijgt je lichaam glucose binnen die het niet direct nodig heeft. Dan slaat je lichaam dit op als reserve.

Deze reservestof heet glycogeen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke twee hormonen regelen je bloedsuikerspiegel?
A
Glucose en glycogeen
B
Insuline en glycogeen
C
Glucagon en glucose
D
Glucagon en insuline

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte
  • Je kunt uitleggen wat de lever allemaal doet in je lichaam
  • Je kunt de ligging en de functie van je nieren beschrijven 

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
BEKIJK BRON 5

Maken:
1 t/m 13 (11 niet)

Extra uitdaging? opdracht 11 

Slide 17 - Slide

9.2 Goed geregeld

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Toets bespreken
  2. Terugblik vorige les
  3. Nieuwe uitleg 9.2
  4. Zelfstandig werken 

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte
  • Je kunt uitleggen wat de lever allemaal doet in je lichaam
  • Je kunt de ligging en de functie van je nieren beschrijven 

Slide 20 - Slide

Wat is de functie van insuline en waar wordt het gemaakt?

Slide 21 - Open question

Wat is de functie van glucagon en waar wordt het gemaakt?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

De nieren
  • Twee belangrijke filters van het lichaam.
  • Bloed met afvalstoffen komen binnen via de nierslagader.
  • De nieren filteren veel afvalstoffen -> urine.
  • Het gezuiverde bloed wordt teruggepompt (nieraders).

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Aan de slag!
Lezen: Paragraaf 9.2

Maken:
14, 17 - 20

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.

Slide 27 - Slide