Domino avec les verbes de 4B

Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

domino + verbes
- Schrijf 7 werkwoordsvormen op van grammatica B
- zorg dat je elk werkwoord, elke werkwoordstijd en elke persoon (je, tu, il/elle/on, nous, vous/ils/elles) minstens één keer gebruikt.
- Je gaat zo dadelijk in koppels  spelen

timer
3:00

Slide 2 - Slide

- Leerling A schrijft één van zijn werkwoordsvormen op en streept deze in zijn aantekeningen door
- leerling 2 probeert een vorm aan te sluiten; dat betekent dat van de drie aspecten tijd, persoon en betekenis, er twee aspecten hetzelfde moeten zijn als het woord van de medeleerling, en er één aspect anders mag zijn, bijvoorbeeld il lit > il lisait (persoon, betekenis hetzelfde, tijd verschilt)
- Deze schrijft hij onder de vorige (en streep door in eigen lijst).
- Je probeert zo snel mogelijk al je vormen weg te spelen, om te winnen.
- Als je niet kan, moet je een woord "pakken", lees op de volgende slide hoe je dat doet -->

Slide 3 - Slide

een ww "pakken"
- Je gaat naar de volgende site (3 dobbelstenen, 6 ogen)
- de eerste dobbelsteen staat voor de persoon (1 = je, 2=tu, 3=il/elle/on, 4=nous, 5=vous, 6=ils/elles)
- de tweede dobbelsteen staat voor het ww (1= het 1e ww in je boek dat je moet leren, 2= het tweede ww... enz. Spreek af wat je met 5 en 6 doet. Opnieuw gooien of misschien être & avoir herhalen? Of twee werkwoorden van een vorig hoofdstuk?
- de 3e dobbelsteen staat voor de tijd: 1 = présent, 2 = imparfait, 3 = p.c., 4=futur en 5=conditionnel, 6= een tijd naar keuze.https://onlinedobbelsteen.nl/

Slide 4 - Slide

Voorbeeld:

Na "vous craignez' kan je op 3 verschillende manieren antwoorden:

Je veranderd de tijd (maar je houdt wel craindre+vous)> vous craindriez/vous avez craint/ etc

Je verandert het werkwoord (je houdt wel de présent + vous): vous lisez of vous résolvez

Je verandert de persoon (maar het blijft présent + craindre) > je crains/nous craignons/etc.

Slide 5 - Slide

- Leerling A schrijft één van zijn werkwoordsvormen op en streept deze in zijn aantekeningen door
- leerling 2 probeert een vorm aan te sluiten; dat betekent dat van de drie aspecten tijd, persoon en betekenis, er twee aspecten hetzelfde moeten zijn als het woord van de medeleerling, en er één aspect anders mag zijn, bijvoorbeeld il lit > il lisait (persoon, betekenis hetzelfde, tijd verschilt)
- Deze schrijft hij onder de vorige (en streep door in eigen lijst).
- Je probeert zo snel mogelijk al je vormen weg te spelen, om te winnen.
- Als je niet kan, moet je een woord "pakken", dat doe je door op de volgende link te klikken: roulette werkwoorden

Slide 6 - Slide