What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
D. Grammaire; le passé composé avec être
Le programme
de la dernière semaine de cours cette année...
1. D. Grammaire: le passé composé
2. Leesvaardigheid doornemen: hoe ziet de toets eruit?
3. Spreekvaardigheid: bespreking
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Le programme
de la dernière semaine de cours cette année...
1. D. Grammaire: le passé composé
2. Leesvaardigheid doornemen: hoe ziet de toets eruit?
3. Spreekvaardigheid: bespreking
Slide 1 - Slide
Leesvaardigheid
Learnbeat: verschillende teksten
Grandes Lignes: chapitre 6 + 7
gemaakt?
Slide 2 - Slide
laatste loodje grammaire...
le passé composé
Slide 3 - Slide
passé composé is...
A
een verleden tijd
B
een toekomende tijd
C
een tegenwoordige tijd
D
je ne sais plus
Slide 4 - Quiz
het hulpwerkwoord dat we geleerd hebben bij de passé composé is...
A
faire
B
aller
C
avoir
D
être
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
Herhaling
Je danse ---> ik dans
J'ai dansé ---> ik heb gedanst
De passé composé bestaat ALTIJD uit:
1: een hulpwerkwoord: avoir --> ai
2: voltooid deelwoord: chanter --> chanté
Slide 7 - Slide
Hulpwerkwoorden
voltooid deelwoorden
J'ai
parlé
nous avons
regardé
Il a
mangé
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Au travail!
exerices 16 - 17
Slide 14 - Slide
Cours 2
- le passé composé avec être / avoir
- leesvaardigheid
- hoe ziet de toets eruit?
Slide 15 - Slide
Wat zijn de hulpwerkwoorden die bij de Passé Composé gebruikt worden?
A
Avoir en Aller
B
Avoir en Être
C
avoir en faire
D
avoir en vouloir
Slide 16 - Quiz
Philippe heeft gewerkt
A
Philippe va travailler
B
Philippe a travaillé
C
Philippe travaille
D
Philippe travaillait
Slide 17 - Quiz
welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
gagner
B
faire
C
aller
D
avoir
Slide 18 - Quiz
welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
adorer
B
attendre
C
perdre
D
tomber
Slide 19 - Quiz
Welke vorm is correct
A
nous avons allé
B
nous avons allés
C
nous sommes allés
D
nous sommes allé
Slide 20 - Quiz
Welke vorm is correct?
A
Elle est resté
B
Elle a resté
C
Elle a restée
D
Elle est restée
Slide 21 - Quiz
Welke vorm is correct?
A
Elles sont été
B
Elles sont étées
C
Elles ont été
D
Elles sont étés
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
leesvaardigheid
kleine toets
Learnbeat
Slide 24 - Slide
Leesvaardigheidstoets
- op papier
- geen woordenboek
- verschillende teksten: GL - DELF
- verschillende vragen:
open vragen / meerkeuzevragen / vrai-faux
Slide 25 - Slide
le dernier cours de l'année
- oefentoets LB
- bespreking spreekvaardigheid
-questions?
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
More lessons like this
D. Grammaire; le passé composé avec être
May 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Destination: voyage cours 2
February 2024
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 2 Hv2 GL
August 2020
- Lesson with
10 slides
Frans
PC avoir en être
September 2024
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Ch. 7 B, (C) D 14/5
July 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2A passé composé avec être et avoir
March 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4/V4 - 21-09-2023 - 1A grammaire
September 2023
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Havo 2 Ch. 7(C)+ D 14/5
July 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1