Verbe être

Bonjour !
Bonjour!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour !
Bonjour!

Slide 1 - Slide

Le verbe 'être' = zijn
je suis
ik ben
tu es
jij bent
il/elle/on est
hij/zij/men is
nous sommes
wij zijn
vous êtes
u bent/jullie zijn
ils/elles sont
zij zijn

Slide 2 - Slide

Elle ... une fille.
A
es
B
est

Slide 3 - Quiz

Je ... Pierre.
A
suis
B
sont

Slide 4 - Quiz

Nous ... à l'école.
A
sommes
B
êtes

Slide 5 - Quiz

Maxime et Claire ... des amies.
A
sont
B
est

Slide 6 - Quiz

Vous ... français?

Slide 7 - Open question

Tu ... mon ami.

Slide 8 - Open question

Non, je ... néerlandais.

Slide 9 - Open question

Pierre ... grand.

Slide 10 - Open question

Nationalités (nationaliteiten)
Ik ben Nederlands = 
  • Je suis néerlandais > mannelijk
  • Je suis néerlandaise > vrouwelijk

Als het over een meisje gaat, komt er een -e achter de nationaliteit te staan.

Slide 11 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
Je suis française
Il est espagnol
Tu es néerlandais
Elle est allemande
Je suis japonais
Tu est anglaise

Slide 12 - Drag question

Welke nationaliteit heb jij?
Beantwoord de vraag in het Frans.
Schrijf een zin!

Slide 13 - Open question

Vertaal: Hij is Frans.

Slide 14 - Open question

Vertaal: Zij is Frans.

Slide 15 - Open question

merci
A
dankjewel
B
alsjeblieft

Slide 16 - Quiz

l'ami
A
de vriend
B
de vriendin

Slide 17 - Quiz

oui
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

j'habite
A
ik woon
B
ik ga

Slide 19 - Quiz

le collège
A
de straat
B
de school
C
de klas
D
de wijk

Slide 20 - Quiz

c'est
A
het is
B
er is

Slide 21 - Quiz

Vertaal: Dat is een meisje.

Slide 22 - Open question

Vertaal: Hoi, hoe gaat het?

Slide 23 - Open question

Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord être.

Slide 24 - Open question