T&G Periode 7 Herhalingsles 4-6

Periodisering herhaling
les 4 t/m 6
1 / 24
next
Slide 1: Slide
T&GMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Periodisering herhaling
les 4 t/m 6

Slide 1 - Slide

Het uithoudingsvermogen

1. Duurmethode
2. Intervalmethode
3. Herhalingsmethode
4. Wedstrijd/testmethode


Slide 2 - Slide

Duurmethode:


Continue langdurige belasting zonder rustpauzes waarbij de intensiteit meestal gelijk blijft. 
Aeroob 1, 2 en 3

Duurmethode
Intervalmethode
Trainingsbelasting wordt afgewisseld met pauzes. Het hoge tempo kan langer worden volgehouden, zonder uitgeput te raken.
1. Extensieve interval
2. Intensieve interval
Herhalingsmethode
Wedstrijdmethode
Pauzes zijn zo lang dat volledig herstel plaatsvindt
Voordeel is dat de sporter bij elke herhaling weer diep kan
Simuleren van de wedstrijd(oefenwedstrijd)
Bij deze methode controleer je of de sporter in juiste trainingsvorm is en of de trainingseffecten zijn gerealiseerd.

Slide 3 - Slide

Wat moet je kunnen vertellen over de trainingsmethode?
1. Welke trainingseffecten treden op?
2. Welk energiesysteem wordt er voornamelijk gebruikt?
.
3. Wat is de intensiteit van de training?
4. Wat is de omvang(bijv. duur) van de training?
5. Hoe vaak kun je de training doen?(frequentie)
6. Bij welke sport komt deze methode voor?

Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Trainingsmethode: Intensieve interval
Trainingseffecten:
- Vergroten VO2-max.
- Verbeteren anaërobe uithoudingsvermogen.
- Vergroten van de weerstand tegen hoge melkzuurwaarden. 
- Verbetering van het vermogen om snel te herstellen.
- Verhoging van de wedstrijdsnelheid bij korte, zeer intensieve inspanningen.
Energiesysteem:
het melkzuursysteem.
Intensiteit:
95-100% van het maximum.
Tijdsduur van de inspanningen:
30 sec - 2 minuten.
Frequentie:
1 x pw
Sport:
Atleten, cross-fit, bodybuilding

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het trainen van kracht

Kracht kunnen we omschrijven als de vaardigheid van het zenuw- en spierstelsel (neuromusculaire systeem) om uitwendige weerstanden te overwinnen, tegen te werken en/of vast te houden.

Slide 7 - Slide

Algemeen en specifieke kracht
1. Algemeen kracht : de kracht die de skeletspieren van het hele lichaam kunnen leveren

2. Specifieke kracht: de kracht van de spieren die gebruikt worden voor de specifieke sportbeweging en sportbelasting

Slide 8 - Slide

Hypertrofietraining

Slide 9 - Slide

Herstel van een training

Hoe lang heeft het lichaam nodig om na een belasting te herstellen om supercompensatie te creëren?
M.a.w.: Hoe lang duurt het voordat je een nieuwe trainingsprikkel/belasting aan je lichaam kan geven?

Slide 10 - Slide

Hersteltijd
De tijd die nodig is om te herstellen is afhankelijk van meerdere factoren, onder andere:
- Soort training/ belasting
- Voedingspatroon
- voldoende nachtrust
- passieve/actieve rust (doorbloeding)

Slide 11 - Slide

Hersteltijd na UHV training
Soort training
Tijd om te herstellen
Aeroob 1
18 uur
Aeroob 2 
24 uur
Aeroob 3
48 uur
Extensieve interval
48 uur
Intensieve interval
72 uur

Slide 12 - Slide

Hersteltijd na krachttraining
Soort training
Tijd om te herstellen
Krachtuhv 
12-24 uur
Hypertrofie 
48 uur
Maximale kracht 
48 uur
Snelkracht 
48-72 uur
Explosieve kracht 
48-72 uur

Slide 13 - Slide

Passief en Actief herstel
Passief herstel vb: rusten, massage, ijsbaden etc.

Actief herstel vb: cooling-down, uitfietsen, wandelen dag na zware inspanning etc.

Slide 14 - Slide

Test je kennis!?

Slide 15 - Slide

Sleep de soorten training van minst intensief naar meest intensief
Minst intensief
Gemiddeld
intensief
Meest intensief
Aeroob 1 training
Extensieve interval
Aeroob 3 training

Slide 16 - Drag question

Wat zijn de kenmerken van een duurtraining?

Slide 17 - Open question

Welke training heeft het volgende trainingseffect:

Verbeterde van het vermogen om vet te verbranden.
A
Aeroob-1
B
Herhalingsmethode
C
Intensieve interval
D
Extensieve interval

Slide 18 - Quiz

Wat moet je weten om volgens de Karvonen methode te kunnen trainen?
A
HF-rust
B
HF-max
C
Trainingsintensiteit
D
Alle antwoord opties

Slide 19 - Quiz

Bij een hersteltraining is er sprake van pauzes waarin volledig herstel is:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Na welke training heb je de meeste hersteltijd nodig?
A
Aeroob 1
B
Aeroob 3
C
Intensieve interval
D
Extensieve interval

Slide 21 - Quiz

80% Karvonen
70% Karvonen
60% Karvonen 
Koolhydraat verbranding
Vetzuur en koolhydraat verbranding
Vetverbranding
Aeroob 1
Aeroob 2
Aeroob 3

Slide 22 - Drag question

Wat kun je doen om herstel positief te beïnvloeden?
A
Uitwandelen
B
Cooling-down
C
Juiste voeding innemen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 23 - Quiz

Leg in eigen woorden uit waarom actief herstel bevorderend is en wat gebeurd er dan in het lichaam?

Slide 24 - Open question