Nederlands planten en dieren 3

Nederlands 
Werkwoordelijk gezegde
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 
Werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Slide

In deze les:
- Leer je wat werkwoordelijk gezegde is.
- Herhaal je persoonsvorm en onderwerp.

Slide 2 - Slide

In deze les:
- Opdracht 14 en 15
- Opdracht 16

blz. 225-227 

Slide 3 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin.
Wij hebben van het weekend genoten.

Wij zullen weer ons best gaan doen op school.


Slide 4 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin.
Wij hebben van het weekend genoten.
Werkwoordelijk gezegde:  Hebben genoten.

Wij zullen weer ons best gaan doen op school.
Werkwoordelijk gezegde: Zullen gaan doen.


Slide 5 - Slide

Opdracht 14 en 15 (blz. 225-226)
timer
12:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opdracht 16 (blz. 227) 
Onderwerp:
Wie of wat doet iets in de zin?

Persoonsvorm:
1. Maak een vraagzin --> Persoonsvorm komt vooraan de zin.
2. Verander de zin van tijd --> Persoonsvorm verandert.
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

In deze les:
- Leer je wat werkwoordelijk gezegde is.
- Herhaal je persoonsvorm en onderwerp.

Slide 11 - Slide