Stap 5.
Geef op elk chromosomenpaar met een kleurtje de plek van een allelenpaar aan. Kies zelf of je fruitvliegman 2 ongelijke allelen bezit voor deze eigenschap (= 2 kleurtjes, heterozygoot) of 2 gelijke allelen (= beide zelfde kleur, homozygoot).
Laat het Y-chromosoom LEEG !