Leesvaardigheid C (Kern)

Betrouwbaarheid
  • juistheid
  • volledigheid

    Bron!!  --> nieuwsmedia (is het actueel?)
    - journaal
    - kwaliteitskranten

  • Filter voor onjuistheden en onwaarheden --> MEDIAWIJS
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Betrouwbaarheid
  • juistheid
  • volledigheid

    Bron!!  --> nieuwsmedia (is het actueel?)
    - journaal
    - kwaliteitskranten

  • Filter voor onjuistheden en onwaarheden --> MEDIAWIJS

Slide 1 - Slide

De betrouwbaarheid van bronnen beoordeel je door te kijken naar het doel en de actualiteit van de bron

Slide 2 - Slide

Auteur
  • Belang van de auteur
  • Achtergrond

     Deskundigheid
    - opleiding
    - werkervaring
    - ervaringsdeskundige
    Een auteur is betrouwbaar wanneer hij neutraal en deskundig is

Slide 3 - Slide

Mening en argumenten
Gelijk hebben, gelijk krijgen

  • overtuigen
  • logische argumenten
    - onderbouwen en verdedigen
    - feitelijke uitspraken
    - want, doordat of omdat

Slide 4 - Slide

Mening, standpunt, conclusie
  • standpunt/ mening
  • positief/ negatief

Slide 5 - Slide

Controleren
  • kritische lezer
  • bronnen raadplegen
  • niet-feitelijke uitspraken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Logica en geldigheid
Logische geldig
uit 2 ware argumenten volgt een ware conclusie

p --> q         (als p het geval is, dan is q het geval)
p                     is het geval
q                     dus q is het geval 



Slide 24 - Slide

Logica en geldigheid
Logisch ongeldig
uit 2 'ware' argumenten volgt een onware conclusie

p --> q       als p het geval is, dan is q het geval
q                  q is het geval
p                  dus p is het geval 

als ik ziek ben, dan lig ik in bed
ik lig in bed
dus ik ben ziek

Slide 25 - Slide

grote bewering en een kleine bewering

als moet gelden om de conclusie te kunnen trekken 

Slide 26 - Slide