Taalverzorging: hoofdletters en leestekens

Taalverzorging
Leestekens
Hoofdletters

* Blz. 28 - 30 * 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Taalverzorging
Leestekens
Hoofdletters

* Blz. 28 - 30 * 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken.
  • Je kunt een dubbele punt, aanhalingstekens en hoofdletters gebruiken bij een citaat.
  • Je  weet wanneer je een hoofdletter moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Hoofdletters
Als je een hoofdletter vergeet of verkeerd gebruikt, maak je een spelfout.

Flashback: schrijftoets

Slide 3 - Slide

Leestekens
Als je een leesteken vergeet of verkeerd gebruikt, maak je een interpunctiefout.
Flashback: schrijftoets 

Slide 4 - Slide

Leestekens
Wanneer gebruik je een punt, vraagteken of uitroepteken?
Aan het einde van een zin.

Slide 5 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 6 - Mind map

Lees het stencil en zeg eens eerlijk: 
Maak onderscheid in:

  1. Abracadabra
  2. Ik herken het, maar begrijphet niet
  3. Ik herken het en begrijp het
  4. Ik begrijp het en pas de regel toe

Slide 7 - Slide

Komma
Wanneer gebruik je een komma?

  • Tussen twee persoonsvormen;
  • Tussen delen van een opsomming;
  • Na een naam of uitroep aan het begin van een zin;
  • Voor voegwoorden zoals: dat, omdat, terwijl, toen, want.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Dubbele punt en aanhalingstekens

Gebruik je bij een citaat.
Maaike vroeg: "Mag ik jouw boek lenen?"
André zei: "Ja hoor, dat is prima."

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoofdletters
  • Gebruiken we aan het begin van een zin
  • Bij namen: Maaike Zijm, mevrouw Zijm
  • Bij merknamen of namen van bedrijven: Action, Aldi, Lidl, Pepsi, Nintendo

Slide 12 - Slide

Hoofdletters
Historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog, Franse Revolutie
Aardrijkskundige namen: Texel, Den Burg, Haffelderweg

Slide 13 - Slide

Hoofdletters
Let op: je gebruikt geen hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoen en windstreken!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video