Taalverzorging: hoofdletters en leestekens

Leerdoelen
  • Je kunt de leestekens goed gebruiken.
  • Je kunt de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen.

Maken: 1.8 Spelling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  • Je kunt de leestekens goed gebruiken.
  • Je kunt de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen.

Maken: 1.8 Spelling

Slide 1 - Slide

Leestekens
Als je een leesteken vergeet of verkeerd gebruikt, maak je een interpunctiefout.

Slide 2 - Slide

Hoofdletters
Als je een hoofdletter vergeet of verkeerd gebruikt, maak je een spelfout.

Slide 3 - Slide

Leestekens
Wanneer gebruik je een punt, vraagteken of uitroepteken?
Aan het einde van een zin.

Slide 4 - Slide

Komma
Wanneer gebruik je een komma?

  • Tussen twee persoonsvormen;
  • Tussen delen van een opsomming;
  • Na een naam of uitroep aan het begin van een zin;
  • Voor voegwoorden zoals: dat, omdat, terwijl, toen, want.

Slide 5 - Slide

Dubbele punt en aanhalingstekens

Gebruik je bij een citaat.
Maaike vroeg: "Mag ik jouw boek lenen?"
André zei: "Ja hoor, dat is prima."

Slide 6 - Slide

Hoofdletters
  • Gebruiken we aan het begin van een zin
  • Bij namen: Maaike Zijm, mevrouw Zijm
  • Bij merknamen of namen van bedrijven: Action, Aldi, Lidl, Pepsi, Nintendo

Slide 7 - Slide

Hoofdletters
Historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog, Franse Revolutie
Aardrijkskundige namen: Texel, Den Burg, Haffelderweg

Slide 8 - Slide

Hoofdletters
Let op: je gebruikt geen hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoen en windstreken!

Slide 9 - Slide

Samengestelde zinnen
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
 Samengestelde zinnen zijn enkelvoudige zinnen die samengevoegd zijn m.b.v. een voegwoord.
Hij is gevallen en hij moet naar het ziekenhuis.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide