Waar of niet waar? Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank .
A
waar
B
niet waar
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
Waar of niet waar? Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank .
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
Geef een voorbeeld van een sterk werkwoord
Slide 2 - Mind map
Ik kan na deze les:
- De verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Zet het ww in de verleden tijd: De situatie blijkt onhoudbaar te zijn geworden.
timer
0:30
Slide 5 - Open question
Zet het ww in de vt.
De politiwagen rijdt met hoge snelheid naar de plaats des onheils.
timer
0:30
Slide 6 - Open question
Zet het ww in de vt. Het kalf verdrinkt omdat de put niet gedempt was.
timer
0:30
Slide 7 - Open question
Zet de ww in de vt. Hij ligt de hele wedstrijd op kop en wint de wedstrijd dan ook gemakkelijk.
timer
0:45
Slide 8 - Open question
Ik kan de verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen.
A
ja
B
nee
C
ik ga eerst even oefenen
D
Ik wil graag nog wat extra uitleg
Slide 9 - Quiz
Wat ga je doen?
Spelling hfst 3 blz 96: - meervouden op -en. Bekijk het filmpje online en maak de opdrachten.
- verleden tijd van sterke werkwoorden. Bekijk het filmpje online en maak de opdrachten. - Tijdens de lessen ben je beschikbaar in de chatroom. Op het einde van de laatste les is alles af. Succes! Vragen? Stel ze!!